RvdW 2023/984:Deelname aan criminele organisatie die zich bezighield met invoer van cocaïne via Rotterdamse haven (art. 11b Opiumwet) en medeplegen voorbereidingshandelingen invoer van cocaïne (art. 10a lid 1 jo. art. 10 lid 5 Opiumwet). Post-Keskin. Vinden verklaringen van medeverdachten, die zich op hun verschoningsrecht hebben beroepen toen zij als getuigen werden gehoord, voldoende steun in ander bewijsmateriaal en is door gebruik van deze verklaringen voor bewijs sprake van eerlijk proces a.b.i. art. 6 EVRM, nu hof niet heeft aangegeven waaruit compenserende factoren bestaan? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met RvdW 2023/977.