Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.11.3 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 29-06-2024 tot 01-07-2027
- Bronpublicatie:
21-06-2024, Stcrt. 2024, 20569 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: WJZ/ 59159044)
- Inwerkingtreding
29-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-2024, Stcrt. 2024, 20569 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: WJZ/ 59159044)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor subsidie komt niet in aanmerking een financier die een kredietovereenkomst sluit met een MKB-ondernemer die:
- a.
een onderneming in stand houdt waarvan de laatste jaaromzet voor 50 procent of meer is verkregen, of, indien de onderneming nog geen heel jaar is gedreven, waarvan de omzet naar verwachting voor 50 procent of meer zal worden verkregen, uit:
- 1°
de uitoefening van het bank, verzekerings- of beleggingsbedrijf, of het financieren van een of meer andere ondernemingen of
- 2°
het verwerven, vervreemden, beheren of exploiteren van onroerende zaken of het ontwikkelen van onroerende zaakprojecten;
- b.
een aanbieder is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet marktordening gezondheidszorg;
- c.
een onderneming in stand houdt die actief is in:
- 1°
de sector visserij en aquacultuur;
- 2°
de primaire productie van landbouwproducten, of
- 3°
de sector verwerking en afzet van landbouwproducten in de situaties, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de algemene de-minimisverordening;
- d.
een onderneming in stand houdt:
- 1°
waartegen een collectieve insolventieprocedure loopt, of
- 2°
die voldoet aan de criteria om op verzoek van zijn schuldeisers aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen.
2.
In afwijking van het eerste lid kan een financier die een kredietovereenkomst sluit met een MKB-ondernemer die actief is in een van het toepassingsgebied van de algemene de-minimisverordening uitgesloten sector, bedoeld in het eerste lid, onder c, wel voor subsidie in aanmerking komen, indien:
- a.
de MKB-ondernemer ook actief is in één of meer van de sectoren of andere activiteiten verricht die onder de algemene de-minimisverordening vallen, en
- b.
de financier aan de MKB-ondernemer door middel van de kredietovereenkomst de verplichting oplegt dat:
- 1°
de MKB-ondernemer de verleende subsidie uitsluitend zal gebruiken voor de financiering van activiteiten die zullen plaatsvinden binnen de sectoren die binnen het toepassingsgebied van de algemene de-minimisverordening vallen;
- 2°
de inrichting van de administratie van de MKB-ondernemer zodanig zal zijn dat voor zover de MKB-ondernemer activiteiten verricht die buiten het toepassingsgebied van de algemene de-minimisverordening vallen, deze activiteiten zowel financieel als administratief gescheiden worden uitgevoerd van de activiteiten dat met deze subsidie wordt ondersteund.
3.
Geen subsidie wordt verleend voor activiteiten die direct verband houden met:
- 1°
de omvang van de uitvoer naar andere lidstaten van de Europese Unie of derde landen;
- 2°
het oprichten en exploiteren van een distributienet ten behoeve van de uitvoer, of
- 3°
andere lopende uitgaven direct verband houdend met activiteiten op het gebied van uitvoer.