JWB 2016/136
Faillissementsrecht
HR 01-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:544
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 april 2016
- Zaaknummer
15/05679
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:544, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:174, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2016
- Wetingang
Art. 80a lid 1 RO, artikel 285 lid 1, onder f, Fw, artikel 288 Fw
Essentie
Faillissementsrecht
Samenvatting
Casus
Verzoeker wil toegelaten worden tot een wettelijke schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft daartoe geen verklaring conform artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet overgelegd.
Rechtsvraag
-
Beslissing
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat "de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden"
Partij(en)
1 april 2016
Eerste Kamer
15/05679
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.