V-N 2021/36.10
Ruime terugwerkende kracht voor taxivrijstelling MRB
HR (A-G) 30-06-2021, ECLI:NL:PHR:2021:667, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
30 juni 2021
- Zaaknummer
20/02121
20/02123
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS287411:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1125, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1124, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2020
- Wetingang
art. 3:4 lid 2 Awb; art. 27 Uitvoeringsbesluit MRB 1994; art. 72 lid 1 onderdeel n Wet MRB 1994
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat de inspecteur de discretionaire bevoegdheid heeft om niet de strikte standaardregeling van het Kaderbesluit toe te passen. Er moet worden voldaan aan het evenredigheidsbeginsel en de inspecteur moet daartoe een belangenafweging maken.
Samenvatting
X bv exploiteert een autoleasebedrijf. Haar klanten zijn onder meer taxibedrijven en de politie. Voor een groot aantal auto’s is verzuimd de desbetreffende MRB-vrijstellingen te claimen. In geschil is of die alsnog met ruime terugwerkende kracht vanaf de datum van ingebruikneming kunnen worden toegepast. De inspecteur heeft de vrijstellingen, conform het Kaderbesluit MRB (V-N 2014/14.17), pas ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.