RvdW 2016/5
Merkrecht; vormmerk (‘Tripp Trapp’kinderstoel); vervolg na HvJEU 18 september 2014, NJ 2015/349; geen nietigheid (vorm)merk op grond van combinatie weigeringsgronden van art. 3 lid 1 Merkenrichtlijn.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04114
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- LJN
BY1533
- Roepnaam
Hauck/Stokke
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3394, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2015
ECLI:NL:HR:2012:BY1533, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY1533, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2011
- Wetingang
Essentie
Merkrecht; vormmerk (‘Tripp Trapp’kinderstoel); vervolg na HvJEU 18 september 2014, NJ 2015/349; geen nietigheid (vorm)merk op grond van combinatie weigeringsgronden van art. 3 lid 1 Merkenrichtlijn.
In zijn tussenarrest van 12 april 2013, NJ 2013/503, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het hof van oordeel is geweest dat het vormmerk van Stokke een teken is dat uitsluitend bestaat in een vorm die gedeeltelijk beantwoordt aan art. 3 lid 1, aanhef en onder e (i) en voor het overige aan e (iii) van Richtlijn 2008/95/EG (de Merkenrichtlijn), welke bepalingen ...