Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/703
IPR; afwikkeling echtscheiding Marokkaanse echtgenoten. Ambtshalve toepassing buitenlands materieel bewijsrecht?; cassatiemiddel voldoet niet aan daaraan te stellen eisen (art. 426a lid 2 Rv.). Verbetering kennelijke fouten op voet art. 31 Rv; herstelbeschikking rechtbank nĂ¡ uitspraak hof.
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1139
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/04028
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1139, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:194, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2015
- Wetingang
Essentie
IPR; afwikkeling echtscheiding Marokkaanse echtgenoten. Ambtshalve toepassing buitenlands materieel bewijsrecht?; cassatiemiddel voldoet niet aan daaraan te stellen eisen (art. 426a lid 2 Rv.). Verbetering kennelijke fouten op voet art. 31 Rv; herstelbeschikking rechtbank nĂ¡ uitspraak hof.
Het middel klaagt dat het hof ten aanzien van de woning in Marokko heeft miskend dat het ambtshalve het Marokkaanse materiĂ«le bewijsrecht had moeten toepassen, althans dat het hof geen inzicht heeft gegeven in de wijze waarop het dat heeft gedaan, nu ‘niet valt uit te sluiten’ dat het Marokkaanse materiĂ«le bewijsrecht aan een ‘non liquet situatie’ niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.