FED 2013/73
In het arrest Hoge Raad 19 april 2013 staat de reikwijdte van art. 3.92 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001 centraal. In het bijzonder de invulling van het begrip ‘samenwerkingsverband’ in de zin van deze bepaling. De Hoge Raad vult dit begrip in als ‘fiscaal transparant lichaam’. (Zie HR 19 april 2013, 11/03600, BNB 2013/155)
HR 19-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4034, m.nt. S.J. Mol-Verver
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2013
- Magistraten
Van Vliet, Bavinck, Sterk, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
11/03600
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
S.J. Mol-Verver
- LJN
BX4034
- JCDI
JCDI:ADS273622:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX4034, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BX4034, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2012
- Wetingang
Art. 3.92 Wet IB 2001
Essentie
In het arrest Hoge Raad 19 april 2013 staat de reikwijdte van art. 3.92 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001 centraal. In het bijzonder de invulling van het begrip ‘samenwerkingsverband’ in de zin van deze bepaling. De Hoge Raad vult dit begrip in als ‘fiscaal transparant lichaam’. (Zie HR 19 april 2013, 11/03600, BNB 2013/155)
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen 2006.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende is als belastingadviseur verbonden aan C ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.