Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken
Artikel 36 Ondertekening en inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Dit Verdrag staat open voor ondertekening door de lidstaten van de Raad van Europa en door de Staten die geen lid zijn van de Raad en wel aan de opstelling ervan hebben deelgenomen.
2.
Dit Verdrag behoeft bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.
3.
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop vijf Staten, waaronder ten minste drie lidstaten van de Raad van Europa, overeenkomstig de bepalingen van het eerste en tweede lid hun instemming door het Verdrag te worden gebonden tot uitdrukking hebben gebracht.
4.
Ten aanzien van iedere ondertekenende Staat die later zijn instemming door dit Verdrag te worden gebonden tot uitdrukking brengt, treedt het in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop overeenkomstig de bepalingen van het eerste en tweede lid zijn instemming door het Verdrag te worden gebonden tot uitdrukking is gebracht.