Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 7.1d
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
25-06-2018, Stcrt. 2018, 36223 (uitgifte: 29-06-2018, regelingnummer: 2294133)
- Inwerkingtreding
01-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2018, Stcrt. 2018, 36223 (uitgifte: 29-06-2018, regelingnummer: 2294133)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De onverenigbare verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard wordt op de volgende wijze tegengegaan:
- a.
de toegang tot de gegevens in het persoonsgebonden dossier en het geautomatiseerde bestand is voorbehouden aan die personen, die voor het uitoefenen van hun taak, bedoeld in de artikelen 7.1a en 7.1c toegang tot de informatie moeten hebben;
- b.
de verwerkingsverantwoordelijke stelt een Functionaris voor de Gegevensbescherming aan, die toeziet op de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming;
- c.
de verwerkingsverantwoordelijke verricht integriteits- en kwaliteitsaudits ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens en rapporteert deze aan de Functionaris voor de Gegevensbescherming.
2.
De vernietiging van de gezichtsopnames en vingerafdrukken na afloop van de bewaartermijn, bedoeld in artikel 8.35 van het Besluit, en de verwijdering en de vernietiging van de gezichtsopname en vingerafdrukken op verzoek van de vreemdeling, op grond dat deze de hoedanigheid heeft gekregen van gemeenschapsonderdaan anders dan door verkrijging van het Nederlanderschap, geschiedt op de wijze als voorgeschreven in artikel 8 van de Wbp-regeling Basisvoorziening vreemdelingen en paragraaf 8.2 van het Protocol Identificatie en Labeling.