Regeling voertuigen
Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen:Artikel 5.18.4 [Gezichtsveld]
Regeling voertuigen
Artikel 5.18.4 [Gezichtsveld]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
19-10-2011, Stcrt. 2011, 19193 (uitgifte: 28-10-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/130336)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2011, Stcrt. 2011, 19193 (uitgifte: 28-10-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/130336)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
De bestuurder van een voertuig of een samenstel van voertuigen moet:
- a.
voldoende zicht naar voren en opzij hebben door de voorruit en de voorste zijruiten, en
- b.
voldoende zicht hebben op het naast en achter hem gelegen weggedeelte met behulp van de voor dat voertuig of samenstel van voertuigen voorgeschreven spiegels dan wel een camera-monitorsysteem.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.