RvdW 2018/694
Arbeidsrecht. Wwz. Billijke vergoeding van art. 7:671c lid 2, onder b, BW; toepasselijkheid gezichtspunten HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle); motivering.
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:878
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02121
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:878, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:185, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2017
- Wetingang
Art. 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW
Essentie
Arbeidsrecht. Wwz. Billijke vergoeding van art. 7:671c lid 2, onder b, BW; toepasselijkheid gezichtspunten HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle); motivering.
De in HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle) geformuleerde (niet-limitatieve) gezichtspunten voor het bepalen van de billijke vergoeding van art. 7:681 lid 1 aanhef en onder a BW gelden ook in het geval waarin de billijke vergoeding is gegrond op art. 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW.
De omvang van de toe te kennen billijke vergoeding laat zich naar zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.