Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 32 Bijzondere situaties
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast op de onderdanen van IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De volgende regels zijn van toepassing op de hierna genoemde situaties, in de mate die is vastgesteld in dit Artikel, voor zover zij betrekking hebben op personen op wie Artikel 30 niet of niet langer van toepassing is:
- a)
deze titel is van toepassing op de volgende personen waar het gaat om de aanspraak op en de samentelling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheid in loondienst of anders dan in loondienst, of van verblijf, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2004 uit dergelijke tijdvakken voortvloeien:
- i)
burgers van de Unie alsmede staatlozen en vluchtelingen die in een lidstaat wonen en onderdanen van derde landen die aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 859/2003 voldoen, op wie de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk voor het eind van de overgangsperiode van toepassing is geweest, alsmede hun familieleden en nabestaanden;
- ii)
onderdanen van het Verenigd Koninkrijk alsmede staatlozen en vluchtelingen die in het Verenigd Koninkrijk wonen en onderdanen van derde landen die aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 859/2003 voldoen, op wie de wetgeving van een lidstaat voor het eind van de overgangsperiode van toepassing is geweest, alsmede hun familieleden en nabestaanden;
voor de samentelling van tijdvakken wordt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2004 rekening gehouden met zowel de voor als na het eind van de overgangsperiode voltooide tijdvakken;
- b)
de in de Artikelen 20 en 27 van Verordening (EG) nr. 883/2004 vervatte regels blijven op personen die voor het eind van de overgangsperiode uit hoofde van Verordening (EG) nr. 883/2004 om toestemming voor een reeks geplande behandelingen op het gebied van gezondheidszorg hadden verzocht, van toepassing totdat die behandeling is beëindigd. De daarmee samenhangende procedures voor vergoeding blijven ook na de beëindiging van de behandeling van toepassing. Deze personen en de personen die hen begeleiden, hebben het recht het land van behandeling binnen te komen en te verlaten in overeenstemming met Artikel 14mutatis mutandis;
- c)
de in de Artikelen 19 en 27 van Verordening (EG) nr. 883/2004 vervatte regels blijven van toepassing op personen die onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallen en die aan het eind van de overgangsperiode verblijf houden in een lidstaat of het Verenigd Koninkrijk, tot aan het eind van hun verblijf. De daarmee samenhangende procedures voor vergoeding blijven ook na de beëindiging van het verblijf of de behandeling van toepassing;
- d)
zolang aan de voorwaarden wordt voldaan, blijven de in de Artikelen 67, 68 en 69 van Verordening (EG) nr. 883/2004 vervatte regels van toepassing op de toekenning van gezinsbijslagen waarop de volgende personen aan het eind van de overgangsperiode recht hebben:
- i)
burgers van de Unie, staatlozen en vluchtelingen die in een lidstaat wonen alsmede onderdanen van derde landen die aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 859/2003 voldoen en in een lidstaat wonen, welke onder de wetgeving van een lidstaat vallen en familieleden hebben die aan het eind van de overgangsperiode in het Verenigd Koninkrijk wonen;
- ii)
onderdanen van het Verenigd Koninkrijk alsmede staatlozen en vluchtelingen die in het Verenigd Koninkrijk wonen en onderdanen van derde landen die aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 859/2003 voldoen en in het Verenigd Koninkrijk wonen, op wie de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk van toepassing is en die familieleden hebben die aan het eind van de overgangsperiode in een lidstaat wonen;
- e)
in de in dit lid, onder d), punten i) en ii), genoemde situaties blijven voor personen die aan het eind van de overgangsperiode als familielid rechten genieten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 883/2004, zoals afgeleide rechten op verstrekkingen in geval van ziekte, voornoemde verordening en de overeenkomstige bepalingen van Verordening (EG) nr. 987/2009 van toepassing zolang de daarin gestelde voorwaarden worden vervuld.
2.
De bepalingen van titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 met betrekking tot prestaties bij ziekte zijn van toepassing op personen die uit hoofde van lid 1, onder a), van dit Artikel prestaties ontvangen.
Dit lid is mutatis mutandis van toepassing op gezinsuitkeringen op grond van de Artikelen 67, 68 en 69 van Verordening (EG) nr. 883/2004.