Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 372 Elementen en inhoud
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2015
- Bronpublicatie:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Inwerkingtreding
18-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
De artikelen 304 tot en met 311 van deze verordening zijn van toepassing op de informatie die deelnemende verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, verzekeringsholdings of gemengde financiële holdings bij de groepstoezichthouder moeten indienen. Wanneer alle verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in de groep overeenkomstig artikel 35, lid 6, van Richtlijn 2009/138/EG van driemaandelijkse rapportageverplichtingen zijn vrijgesteld, bevat het periodieke toezichtverslag van de groep uitsluitend jaarlijkse kwantitatieve templates. De jaarlijkse rapportageverplichtingen houden geen rapportage per post in wanneer alle ondernemingen in de groep overeenkomstig artikel 35, lid 7, van genoemde richtlijn daarvan zijn vrijgesteld.
2.
Het periodieke toezichtverslag per groep bevat alle volgende aanvullende informatie:
- (a)
met betrekking tot het bedrijf en de resultaten van de groep:
- i)
een lijst van alle dochterondernemingen, verbonden ondernemingen en bijkantoren;
- ii)
een beschrijving van de activiteiten en bronnen van winsten en verliezen voor elke materiële verbonden onderneming in de zin van artikel 256 bis van Richtlijn 2009/138/EG en voor elk belangrijk bijkantoor in de zin van artikel 354, lid 1, van deze verordening;
- iii)
een beschrijving van de bijdrage van elke dochteronderneming aan de verwezenlijking van de groepsstrategie;
- iv)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over significante intragroeptransacties van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen met de groep en het bedrag van de transacties over de rapportageperiode en de uitstaande saldi ervan aan het einde van de rapportageperiode;
- (b)
met betrekking tot het governancesysteem van de groep:
- i)
een beschrijving van de wijze waarop het internecontrolemechanisme van de groep voldoet aan de vereisten van artikel 246, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG;
- ii)
in voorkomend geval, informatie over de dochterondernemingen die in de in artikel 246, lid 4, derde alinea, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit zijn meegenomen;
- iii)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over materiële specifieke risico's op groepsniveau;
- (c)
met betrekking tot het kapitaalbeheer van de groep:
- i)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over het solvabiliteitskapitaalvereiste en het eigen vermogen voor elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming binnen de groep, mits de onderneming in kwestie bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking is genomen;
- ii)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over het solvabiliteitskapitaalvereiste en het eigen vermogen voor elke verzekeringstussenholding, verzekeringsholding, gemengde financiële tussenholding, gemengde financiële holding en dochteronderneming die nevendiensten verricht binnen de groep, mits de holding of onderneming in kwestie bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking is genomen;
- iii)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de solvabiliteitsvereisten en het eigen vermogen voor elke verbonden onderneming die een kredietinstelling, een beleggingsonderneming, een financiële instelling, een icbe-beheermaatschappij, een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening is, mits de verbonden onderneming in kwestie bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking is genomen;
- iv)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over het theoretische solvabiliteitsvereiste en het eigen vermogen voor elke verbonden onderneming die een niet-gereglementeerde onderneming is die financiële activiteiten uitoefent, mits de onderneming in kwestie bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking is genomen;
- v)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over het solvabiliteitsvereiste en het eigen vermogen voor elke verbonden verzekerings- of herverzekeringsonderneming van een derde land, mits de onderneming in kwestie bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking is genomen; wanneer bij een verbonden verzekerings- of herverzekeringsonderneming van een derde land waarvan het hoofdkantoor is gelegen in een derde land waarvan de solvabiliteitsregeling overeenkomstig artikel 227 van Richtlijn 2009/138/EG als gelijkwaardig wordt aangemerkt, van methode 2 in de zin van artikel 233 van genoemde richtlijn wordt gebruikgemaakt, worden het solvabiliteitskapitaalvereiste en het eigen vermogen dat voor het voldoen aan dit door het betrokken derde land vastgestelde vereiste in aanmerking komt, afzonderlijk vermeld;
- vi)
kwalitatieve en kwantitatieve informatie over het solvabiliteitsvereiste en het eigen vermogen voor elke andere verbonden onderneming, mits de onderneming in kwestie bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking is genomen;
- vii)
een beschrijving van de special purpose vehicles binnen de groep die aan de vereisten van artikel 211 van Richtlijn 2009/138/EG voldoen;
- viii)
een beschrijving van de special purpose vehicles binnen de groep die onder toezicht staan van een toezichthoudende autoriteit van een derde land en voldoen aan vereisten die gelijkwaardig zijn aan die welke in artikel 211, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG zijn vastgelegd, met inbegrip van een beschrijving van de verificatie die de deelnemende verzekerings- of herverzekeringsonderneming, de verzekeringsholding of de gemengde financiële holding heeft uitgevoerd om zich ervan te vergewissen dat de vereisten die in het derde land voor deze special purpose vehicles gelden, gelijkwaardig zijn aan die welke in artikel 211, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG zijn vastgelegd;
ix)
een beschrijving van elk ander special purpose vehicle binnen de groep dan de onder vii) en viii) bedoelde special purpose vehicles, samen met kwalitatieve en kwantitatieve informatie over het solvabiliteitsvereiste en het eigen vermogen van die entiteiten, mits die bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking zijn genomen;
- x)
wanneer zulks relevant is, voor alle verbonden verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die bij de berekening van de groepssolvabiliteit in aanmerking zijn genomen, kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de wijze waarop de onderneming aan artikel 222, leden 2 tot en met 5, van Richtlijn 2009/138/EG voldoet;
xi)
wanneer zulks relevant is, kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de in artikel 222, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde eigenvermogensbestanddelen die niet effectief beschikbaar kunnen worden gesteld ter dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste van de deelnemende verzekerings- of herverzekeringsonderneming, verzekeringsholding of gemengde financiële holding waarvoor de groepssolvabiliteit wordt berekend, met inbegrip van een beschrijving van de wijze waarop de aanpassing aan het eigen vermogen van de groep is uitgevoerd;
xii)
wanneer zulks relevant is, kwalitatieve informatie over de redenen voor de indeling van de in de artikelen 332 en 333 van deze verordening bedoelde eigenvermogensbestanddelen.