RvdW 2023/709
Bevoegdheid van de rechtbanken voor het Uniemerk. Vordering wegens inbreuk. Reconventionele vordering tot nietigverklaring. Intrekking van de vordering wegens inbreuk. Uitkomst van de reconventionele vordering. Autonoom karakter van de reconventionele vordering.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
13 oktober 2022
- Magistraten
E. Regan, D. Gratsias, M. Ilešič, I. Jarukaitis, Z. Csehi
- Zaaknummer
C-256/21
- Conclusie
A-G G. Pitruzzella
- Roepnaam
Gemeinde Bodman-Ludwigshafen
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
EU-recht / Marktintegratie
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:786, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 13‑10‑2022
ECLI:EU:C:2022:366, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 05‑05‑2022
- Wetingang
Art. 124 onder a) en d), art. 128 Verordening 2017/1001
Essentie
KP tegen TV, Gemeinde Bodman-Ludwigshafen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht München (hoogste rechterlijke instantie van de deelstaat Beieren, München, Duitsland) bij beslissing van 15 april 2021.
Bevoegdheid van de rechtbanken voor het Uniemerk. Vordering wegens inbreuk. Reconventionele vordering tot nietigverklaring. Intrekking van de vordering wegens inbreuk. Uitkomst van de reconventionele vordering. Autonoom karakter van de reconventionele vordering.
Artikel 124 onder a) en d) en artikel 128 van Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk moeten aldus moeten worden uitgelegd dat een rechtbank voor ...