Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk
Artikel 124 Bevoegdheid ter zake van inbreuk en geldigheid
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Inwerkingtreding
06-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
De rechtbanken voor het Uniemerk hebben uitsluitende bevoegdheid ter zake van:
- a)
alle rechtsvorderingen betreffende inbreuk en — indien naar nationaal recht toegestaan — dreigende inbreuk op Uniemerken;
- b)
rechtsvorderingen tot vaststelling van niet-inbreuk, indien naar nationaal recht toegestaan;
- c)
alle rechtsvorderingen wegens feiten als bedoeld in artikel 11, lid 2;
- d)
reconventionele vorderingen tot vervallenverklaring of nietigverklaring van het Uniemerk, als bedoeld in artikel 128.