Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 576/2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren
Bijlage IV Geldigheidsvoorschriften voor de titreringstest op rabiësantilichamen
Geldend
Geldend van 26-03-2024 tot 21-04-2026
- Bronpublicatie:
21-11-2023, PbEU L 2024, 2024/822 (uitgifte: 06-03-2024, regelingnummer: 2024/822)
- Inwerkingtreding
26-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2023, PbEU L 2024, 2024/822 (uitgifte: 06-03-2024, regelingnummer: 2024/822)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1
De verzameling van het bloedmonster voor de uitvoering van de titreringstest op rabiësantilichamen moet door een gemachtigde dierenarts worden uitgevoerd en in de desbetreffende rubriek van het identificatiedocument worden gedocumenteerd.
2
De titreringstest op rabiësantilichamen moet:
- a)
worden uitgevoerd op een monster dat ten minste 30 dagen na de vaccinatiedatum is verzameld, en
- i)
niet minder dan drie maanden vóór de datum van:
- —
het niet-commerciële verkeer uit een ander gebied of derde land dan die welke zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 13, lid 1 of lid 2, vastgestelde uitvoeringshandelingen, of
- —
de doorvoer door een dergelijk gebied of derde land waar niet aan de voorwaarden van artikel 12, onder c), wordt voldaan, of
- ii)
voordat het dier de Unie heeft verlaten om verplaatst te worden naar of doorgevoerd te worden door een ander gebied of derde land dan die welke op grond van artikel 13, lid 1 of lid 2, op de lijst zijn opgenomen; het identificatiedocument in het in artikel 21, lid 1, vastgestelde formaat moet bevestigen dat vóór de datum van de verplaatsing een titreringstest op rabiësantilichamen met gunstig resultaat is uitgevoerd;
- b)
een niveau van neutraliserende antilichamen tegen het rabiësvirus in serum meten dat gelijk is aan of groter is dan 0,5 IU/ml, waarbij gebruik wordt gemaakt van een methode die wordt voorgeschreven in het desbetreffende deel van het hoofdstuk betreffende rabiës in het Handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;
- c)
worden uitgevoerd in:
- i)
een officieel laboratorium — in een lidstaat of in een derde land dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — dat overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (1) is aangewezen voor het uitvoeren van de titreringstest op rabiësantilichamen en waarvan de bevoegde autoriteit de naam en contactgegevens aan de Commissie heeft verstrekt, of
- ii)
een laboratorium — in een lidstaat of in een derde land dat in de lijst in bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie (2) is opgenomen — dat door de bevoegde autoriteit van het derde land is aangewezen, dat voor het uitvoeren van de titreringstest op rabiësantilichamen voldoet aan de voorwaarden die in artikel 37, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2017/625 zijn vastgelegd en waarvan de bevoegde autoriteit de naam en contactgegevens aan de Commissie heeft verstrekt.
- d)
niet worden hernieuwd na een toereikend resultaat, als beschreven onder b), mits het gezelschapsdier opnieuw wordt gevaccineerd binnen de in punt 2, onder e), van bijlage III vermelde geldigheidsduur van de vorige vaccinatie.
Voetnoten
Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).