Bindend advies
Einde inhoudsopgave
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/1.6:1.6 Onderzoekmethode
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/1.6
1.6 Onderzoekmethode
Documentgegevens:
Pauline Elisabeth Ernste, datum 01-07-2012
- Datum
01-07-2012
- Auteur
Pauline Elisabeth Ernste
- JCDI
JCDI:ADS357126:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen is voornamelijk gebruik gemaakt van literatuur- en jurisprudentieonderzoek. Er is gekozen om de jurisprudentie vanaf 1892 te onderzoeken, omdat dit het moment is waarop onzuiver bindend advies voor het eerst in de wet voorkwam. In het jurisprudentieonderzoek is zowel rechtspraak van de Hoge Raad als lagere rechtspraak betrokken. Wat betreft de beginselen van burgerlijk procesrecht neergelegd in art. 6 EVRM is ook jurisprudentie van het EHRM en het ECRM bestudeerd.
Om inzicht te krijgen in de bindend-adviesprocedure heeft naast literatuur- en jurisprudentieonderzoek bestudering van de reglementen van geschillencommissies voor consumentenzaken plaatsgevonden. Voorts is een schriftelijke enquête uitgezet onder advocaten die in de praktijk zijn opgetreden als bindend adviseur of partijen hebben bijgestaan in een bindend-adviesprocedure en onder personen werkzaam in de wetenschap die in de praktijk zijn opgetreden als bindend adviseur. De advocaten die hebben meegewerkt aan de enquête, zijn voornamelijk werkzaam bij grote en middelgrote kantoren. In de periode oktober 2010 tot juli 2011 zijn in totaal 55 personen aangeschreven, waarvan 33 personen deze enquête hebben ingevuld. Aan de geënquêteerden is een aantal vragen voorgelegd met gesloten antwoorden, betreffende de gang van zaken bij bindend advies. Hierbij moet worden gedacht aan onderwerpen als de beginselen van behoorlijk procesrecht, de rol van de bindend adviseur in de bindend-adviesprocedure en het bewijs. Voorafgaand aan de enquête, maar ook naar aanleiding van de enquête zijn gesprekken gevoerd over (verschillende elementen van) de bindend-adviesprocedure met ongeveer 15 personen die of als bindend adviseur en/of als vertegenwoordiger van partijen zich bezig hebben gehouden met bindend advies. Door middel van de schriftelijke enquête en gesprekken is getracht een beeld te verkrijgen van de wijze waarop bindend advies in de praktijk wordt gebruikt alsmede de op basis van literatuur- en jurisprudentieonderzoek gevormde inzichten daaraan te toetsen. Het is onduidelijk in hoeverre de enquête een representatief beeld schetst van de praktijk van bindend advies. Het is immers moeilijk te bepalen wie de spelers in het veld zijn doordat eenieder als bindend adviseur kan optreden en bindend advies zich in de beslotenheid afspeelt. Voorts is, voor de vergelijking met de verzoekschriftprocedures betreffende de toepassing van het bewijsrecht in deze procedure, gesproken met 8 rechters die in de praktijk als rechter betrokken zijn bij verzoekschriftprocedures. Deze rechters zijn willekeurig geselecteerd. Dit onderzoek voldoet niet aan de eisen die formeel worden gesteld aan empirisch onderzoek. Dit was ook niet de insteek van deze gesprekken. De gesprekken waren slechts bedoeld om een beeld te geven van hoe in de praktijk in verzoekschriftprocedures wordt omgegaan met bewijs.