V-N 2022/8.4
Lijfrentepremie niet aftrekbaar voor Zvw-bijdrage
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:43, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/01274
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS632969:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:43, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:934, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2021
- Wetingang
art. 3.18 en 3.67 Wet IB 2001; art. 11 lid 1 onderdeel c en j Wet LB 1964; art. 43 Zvw
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de ongelijke behandeling niet discriminerend is. Vanwege de uitvoerbaarheid van de wetgeving is er namelijk uitdrukkelijk van afgezien om voor de inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage rekening te houden met draagkrachtverminderende factoren.
Samenvatting
X en zijn echtgenote exploiteren een café dat in 2016 is gestaakt. De door X bedongen lijfrentepremie kan volgens de inspecteur wel in mindering komen op zijn belastbare inkomen, maar niet op de grondslag van de inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage. X stelt te worden gediscrimineerd, omdat bij andere Zvw-verzekerden de opbouw van oudedagsvoorzieningen, zoals bij pensioenopbouw en FOR-dotaties, wel aftrekbaar is. Rechtbank Gelderland stelt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.