Rb. Rotterdam, 11-11-2021, nr. 9334200 VZ VERZ 21-11933
ECLI:NL:RBROT:2021:13404
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
11-11-2021
- Zaaknummer
9334200 VZ VERZ 21-11933
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2021:13404, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 11‑11‑2021; (Beschikking)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2022:944, Bekrachtiging/bevestiging
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2022-0230
VAAN-AR-Updates.nl 2022-0230
Uitspraak 11‑11‑2021
Inhoudsindicatie
Rechtsgeldige beeindiging van uitzendovereenkomst
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 9334200 VZ VERZ 21-11933
uitspraak: 11 november 2021
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats verzoekster],
verzoekster,
gemachtigde: mr. O. Arslan,
tegen
Teamleiders.nu B.V.,
gevestigd te Zeist,
verweerster,
gemachtigde: mr. S.N. Meijers.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[verzoekster]’ en ‘Teamleiders.nu’.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- -
het verzoekschrift met producties;
- -
het verweerschrift met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 september 2021.
2. De vaststaande feiten
2.1
[verzoekster] is op 4 januari 2021 in dienst getreden bij Teamleiders.nu op basis van een uitzendovereenkomst. Op basis van deze overeenkomst werd [verzoekster] ter beschikking gesteld aan [naam bedrijf] (hierna te noemen: “inlener”). Op de uitzendovereenkomst van [verzoekster] is de CAO ABU 2019-2021 van toepassing.
2.2
In de uitzendovereenkomst staat – voor zover van belang – het volgende:
“Artikel 4
Op deze overeenkomst is het uitzendbeding van toepassing. Dit betekent dat de
overeenkomst van rechtswege eindigt, doordat de terbeschikkingstelling van de
werknemer aan de inlener op verzoek van de inlener ten einde komt.”
3. Het verzoek
3.1
[verzoekster] verzoekt dat bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Teamleiders.nu wordt vernietigd danwel de arbeidsovereenkomst wordt hersteld vanaf 12 mei 2021;
II. Subsidiair Teamleiders.nu wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van de beschikking:
I. aan [verzoekster] te betalen de billijke vergoeding ten bedrage van € 7.500,- bruto;
II. aan [verzoekster] te voldoen het netto equivalent van de verschuldigde transitievergoeding;
III. aan [verzoekster] een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie te verstrekken, waarin de hiervoor genoemde bedragen en betalingen zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 20,- per dag met een maximum van € 1.000,-;
IV. te betalen de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van algehele voldoening;
III. Teamleiders.nu wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.2
[verzoekster] legt aan dat verzoek het volgende ten grondslag. Het beëindigen van de uitzendovereenkomst door Teamleiders.nu op 12 mei 2021 is in strijd met het opzegverbod tijdens ziekte. De beëindiging door Teamleiders.nu per direct moet worden beschouwd als een ontslag op staande voet. Deze opzegging is vernietigbaar omdat er geen dringende reden is voor ontslag. Wanneer de opzegging niet wordt vernietigd c.q. de arbeidsovereenkomst niet wordt hersteld verzoekt [verzoekster] betaling van de transitievergoeding en de billijke vergoeding. Teamleiders.nu heeft in strijd gehandeld met artikel 7:671 BW en is op grond van artikel 7:681 BW een billijke vergoeding verschuldigd. Daarnaast heeft Teamleiders.nu ernstig verwijtbaar gehandeld, omdat zij een makkelijke manier probeerde te vinden om van [verzoekster] af te komen. De reputatie van [verzoekster] bij haar collega’s en andere betrokkenen is daardoor geschaad. [verzoekster] heeft als gevolg van het ontslag per direct psychosociale klachten.
3.3
Teamleiders.nu voert verweer en concludeert tot afwijzing van de verzoeken met veroordeling van [verzoekster] in de kosten van de procedure, waaronder het salaris van de gemachtigde begroot op € 5.000,- inclusief btw. Op het verweer en de daaraan ten grondslag liggende stellingen zal – voor zover van belang – hierna worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1
Partijen verschillen van mening over de vraag of de uitzendovereenkomst op 12 mei 2021 rechtsgeldig is geëindigd. [verzoekster] stelt zich op het standpunt dat dat niet het geval is, omdat het beëindigen van de uitzendovereenkomst door Teamleiders.nu in strijd is met het opzegverbod tijdens ziekte (artikel 7:670 lid 1 BW). Zij verwijst daarbij onder meer naar een uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 17 mei 2020 (ECLI:NL:GHDHA:2020:460) en een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 februari 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:1387). Hierin is bepaald dat een uitzendbeding of een bepaling in de cao niet rechtsgeldig is voor zover daarin is bepaald dat de uitzendovereenkomst eindigt doordat de werknemer de bedongen arbeid als gevolg van arbeidsongeschiktheid niet langer kan verrichten. Een dergelijke situatie is hier echter niet aan de orde. Door Teamleiders.nu is een beroep gedaan op artikel 4 van de uitzendovereenkomst. Daaruit volgt dat de uitzendovereenkomst eindigt doordat de terbeschikkingstelling op verzoek van de inlener eindigt. Voor het eindigen van de uitzendovereenkomst is, anders dan in de situatie bij het gerechtshof Den Haag en de rechtbank Midden-Nederland aan de orde was, een (actieve) handeling van de inlener vereist.
4.2
Teamleiders.nu stelt dat op woensdag 12 mei 2021 het besluit door de inlener is genomen om de inlening van [verzoekster] te beëindigen. Dit heeft zij diezelfde dag telefonisch gecommuniceerd aan [verzoekster]. [verzoekster] betwist dat de inlener het besluit heeft genomen tot haar ontslag. Volgens haar is de reden voor haar ontslag dat haar leidinggevende (ook werkzaam voor Teamleiders.nu en uitgeleend aan [naam bedrijf]) niet meer met haar wil samenwerken. De beëindiging per direct door Teamleiders.nu is volgens [verzoekster] te zien als ontslag op staande voet. Uit het personeelsdossier van [verzoekster] zoals door haar overgelegd als productie 2 leidt de kantonrechter het volgende af. In een interne email van Teamleiders.nu van 12 mei 2021 staat: “ (…) Helaas gaat [verzoekster] per direct uit dienst op verzoek van [naam bedrijf]”. Verder heeft [naam] (COO van Teamleiders.nu) op 17 mei 2021 een email aan [verzoekster] gestuurd. Hierin staat voor zover van belang: “(…) De opdrachtnemer heeft op 12.05.2021 te kennen gegeven je definitief niet meer te willen inzetten op het project, daarmee eindigt de inzet definitief.” Niet volgt uit het dossier enige mededeling over een ontslag op staande voet. De inhoud van het personeelsdossier is door [verzoekster] niet afzonderlijk weersproken. Verder is door de inlener op 2 september 2021 een verklaring afgelegd waaruit – voor zover van belang – volgt: “Op woensdag 12 mei 2021 is het besluit door [naam bedrijf] genomen om de inlening te beëindigen als gevolg van houding en gedrag van [verzoekster].” De inhoud van deze afgelegde verklaring is door [verzoekster] niet weersproken. Gelet op het voorgaande staat vast dat op 12 mei 2021 door de inlener het besluit is genomen om de inlening van [verzoekster] te beëindigen.
4.3
Artikel 7:691 lid 2 BW bepaalt dat een uitzendwerkgever en een uitzendkracht mogen afspreken dat de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt, wanneer de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht op verzoek van de inlener eindigt. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een inlener om welke reden dan ook de inlening mag eindigen, dus ook vanwege ziekte. Juist het specifieke karakter van de uitzendovereenkomst maakt dat een motiveringsplicht bij beëindiging op grond van het uitzendbeding niet nodig is (zie ook Kamerstukken II 1997/98, 25263, 6, p.16). Dat sprake was van arbeidsongeschiktheid, dat er geen dossieropbouw heeft plaatsgevonden of dat de beëindiging te maken heeft met de samenwerking tussen [verzoekster] en haar leidinggevende, staat aan beëindiging dus niet in de weg.
4.4
Gelet op het voorgaande is de uitzendovereenkomst van [verzoekster] van rechtswege geëindigd op 12 mei 2021. Het primaire verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van de opzegging c.q. herstel van de uitzendovereenkomst dient te worden afgewezen.
Afwikkeling dienstverband
4.5
[verzoekster] heeft subsidiair verzocht om betaling van de transitievergoeding en betaling van de billijke vergoeding.
4.6
Door Teamleiders.nu is erkend dat [verzoekster] recht heeft op de transitievergoeding. Deze vergoeding is volgens haar volledig betaald. Ter onderbouwing daarvan heeft zij een salarisspecificatie in het geding gebracht. Voorgaande is door [verzoekster] niet weersproken, zodat de gevraagde transitievergoeding wordt afgewezen.
4.7
[verzoekster] stelt zich verder op het standpunt dat Teamleiders.nu in strijd heeft gehandeld met artikel 7:671 BW en daarom een billijke vergoeding is verschuldigd. Hiervoor is reeds vastgesteld dat de uitzendovereenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd op grond van het uitzendbeding, zodat dit standpunt van [verzoekster] wordt verworpen.
4.8
Indien, na een einde van rechtswege, het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, kan de kantonrechter aan de werknemer naast de transitievergoeding ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen (volgens artikel 7:673 BW lid 9). [verzoekster] stelt zich op het standpunt dat de handelwijze van Teamleiders.nu ernstig verwijtbaar is. Zij voert daartoe aan dat Teamleiders.nu op een makkelijke manier van haar af wilde komen, naar aanleiding van een klacht die zij had ingediend bij de inlener. Dat Teamleiders.nu op een makkelijke manier van [verzoekster] wilde afkomen wordt door haar betwist. Hiervoor is bovendien vastgesteld dat de uitzendovereenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd op basis van het uitzendbeding. Dat de reputatie van [verzoekster] is geschaad en dat zij psychosociale klachten heeft als gevolg van het ontslag betreurt de kantonrechter, maar maakt nog niet dat Teamleiders.nu ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld. Gelet op het voorgaande wordt de gevraagde billijke vergoeding afgewezen.
4.9
Omdat de transitievergoeding en de billijke vergoeding worden afgewezen, worden ook de daaraan gerelateerde vorderingen afgewezen.
4.10
Teamleiders.nu vordert een vergoeding voor kosten van haar gemachtigde begroot op € 5.000,- inclusief btw. Volgens vaste jurisprudentie is een vordering tot vergoeding van de werkelijke proceskosten slechts toewijsbaar in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Dat er sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen is gesteld noch gebleken. Gelet op de aard van de procedure ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. In die zin wordt dan ook beslist.
5. De beslissing
De kantonrechter:
wijst de verzoeken van [verzoekster] af;
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J. van Boven en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
47636