Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.8.3.1
6.8.3.1 Overnameholding
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS589841:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Onder een overnameholding versta ik de situatie waarin één of meer kopende partijen een vennootschap oprichten (de overnameholding), waarmee de aandelen in een (doorgaans niet-verbonden) Nederlandse vennootschap worden verworven. De overnameholding wordt hiertoe in staat gesteld door haar oprichter(s) door het verstrekken van eigen vermogen en vreemd vermogen, vergelijk Van den Tillaart, L.J.A.; De overnameholding nader beschouwd, WFR 2004/760.
Rente verschuldigd aan een verbonden natuurlijk persoon valt thans onder het bereik van art. 15ad. Het betreft hier een aanscherping ten opzichte van art. 15, lid 4.
Hierna ga ik nog nader in op wat moet worden verstaan onder ‘eigen winst’.
Deze temporiseringsbepaling ex art. 2c Uitv.besch. VpB 1969 geldt met ingang van 1 januari 2004. Daarvoor was onduidelijk hoe verrekening na afloop van de temporiseringsperiode diende plaats te vinden. In de wetsgeschiedenis werd (kort gezegd) aangegeven dat de verrekening van getemporiseerde rente in vier gelijke tranches diende plaats te vinden, vergelijk Nota navv, TK, 1995-1996, 24 696, blz. 14 (voor art. 15, lid 4) en MvT, TK, 1999-2000, 26 854, blz. 41-42. Deze wijze van verrekening was evenwel niet vastgelegd in een ministeriële regeling zodat het – tot de invoering van art. 2c Uitv.besch – mijns inziens verdedigbaar was om (overigens zonder carry back) alle rente na ommekomst van acht jaar ten laste van de winst te brengen, Van Strien, J.; Aspecten van renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer, 2002, blz. 260. Vergelijk Linders, J.P. & Smeets, J.F.C.; Vroeger was alles beter, de onvoorziene gevolgen van art. 15ad Wet VPB 1969, WFR 2003/873.
De renteaftrekbeperking van art. 15ad vindt in de situatie van een overnameholding1 toepassing indien cumulatief is voldaan aan drie voorwaarden:
een maatschappij verwerft aandelen in een andere maatschappij;
de rente over de lening die de verwerver voor deze verwerving is aangegaan, is rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd aan een verbonden lichaam of een natuurlijk persoon2; en
tussen de in ad 1 genoemde maatschappijen komt een fiscale eenheid tot stand.
Wanneer is voldaan aan deze drie voorwaarden – en niet een andere renteaftrek-beperking van toepassing is – schrijft art. 15ad voor op welke wijze de renteaftrek kan worden geëffectueerd.
Art. 15ad schrapt geen renteaftrek. Deze bepaling geeft slechts aan op welke wijze de rente dient te worden verrekend. Aldus wordt bepaald dat in het jaar waarin de fiscale eenheid tot stand komt en de zeven daarop volgende jaren de rente kort gezegd slechts mag worden verrekend met de ‘eigen winst’ van de overnameholding (temporisering).3 Dit betekent dat de rentelast in beginsel niet mag worden afgezet tegen de winst van de overgenomen werkmaatschappij of een van de dochtervennootschappen van de overgenomen vennootschap. Het voorgaande brengt mee dat er gedurende deze periode een fictieve winstsplitsing dient plaats te vinden.
Rente die na de temporiseringsperiode nog niet in aftrek is gekomen, mag na die tijd ten laste van de winst worden gebracht. De wijze waarop de verrekening dient plaats te vinden is weergegeven in art. 2c Uitv.besch. Vpb 1969. Daarin is bepaald dat rente ex 15ad, lid 5 (en art. 14a, lid 8 en 14b, lid 6) die bij het einde van de temporiseringsperiode nog niet in aftrek is gekomen, achtereenvolgens in mindering wordt gebracht op en ten hoogste tot de positieve belastbare bedragen van de volgende jaren.4
Het is mogelijk temporisering van renteaftrek af te wenden. Hiervoor is het noodzakelijk dat wordt voldaan aan een van de wettelijke tegenbewijsregelingen. Op de werking van dit tegenbewijs ga ik hierna nog nader in.