Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.9
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2014
- Bronpublicatie:
21-03-2014, Stcrt. 2014, 9172 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: 493532)
- Inwerkingtreding
29-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2014, Stcrt. 2014, 9172 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: 493532)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a, b, d, e, f, g — laatstgenoemde twee onderdelen voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning bedoeld in artikel 14 — alsmede i, l en m van de Wet blijkt, worden verstrekt door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
2.
Documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder c, f, g — laatstgenoemde twee onderdelen voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen of verlengen van een verblijfsvergunning bedoeld in de artikelen 28 en 33 — alsmede j en k van de Wet blijkt, worden verstrekt door de korpschef.
3.
In afwijking van het eerste lid worden documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a, f of g, van de Wet — voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen, verlengen of wijzigen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, voor een verblijfsdoel als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder p, van het Besluit in het kader van mensenhandel of eergerelateerd geweld — blijkt, verstrekt door de korpschef.