Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.1
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20721 (uitgifte: 03-07-2024, regelingnummer: 5446013)
- Inwerkingtreding
04-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20721 (uitgifte: 03-07-2024, regelingnummer: 5446013)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Als document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d, van de Wet, blijkt, zijn aangewezen de volgende documenten en schriftelijke verklaringen, waarbij het vastgestelde model van dat document of die schriftelijke verklaring wordt aangegeven:
- a.
voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a, van de Wet: het document I van het model dat als bijlage 7a bij deze regeling is gevoegd of een schriftelijke verklaring, waaruit volgt dat een onderdaan van het Verenigd Koninkrijk of zijn familielid hier een tijdelijk verblijfsrecht op grond van artikel 3.4, derde lid, van het Besluit geniet, dat als bijlage 7a2 en bijlage 7a3 bij deze regeling is gevoegd;
- b.
voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder b, van de Wet: het document II van het model dat als bijlage 7b bij deze regeling is gevoegd indien de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20 van de Wet;
- c.
voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder c, van de Wet: het document III van het model dat als bijlage 7c bij deze regeling is gevoegd;
- d.
voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder d, van de Wet: het document IV van het model dat als bijlage 7d bij deze regeling is gevoegd indien de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33 van de Wet, en
- e.
voor vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder b en d, van de Wet: het document V van het model dat als bijlage 7d2 bij deze regeling is gevoegd indien de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft op grond van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen als bedoeld in artikel 45a van de Wet.
2.
De beperking waaronder de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Wet, wordt verleend, wordt vermeld op het document of de schriftelijke verklaring, bedoeld in het eerste lid, onder a.
3.
Op het document, bedoeld in het eerste lid, onder a, worden onder de rubriek ‘opmerkingen’ de volgende opmerkingen vermeld:
- a.
indien Nederland aan de houder van de Europese blauwe kaart internationale bescherming heeft verleend: ‘Internationale bescherming verleend door Nederland op [datum]’;
- b.
indien de houder van de Europese blauwe kaart in een andere lidstaat internationale bescherming geniet: ‘Internationale bescherming verleend door [naam van de lidstaat] op [datum]’;
- c.
indien de Europese blauwe kaart wordt verleend op basis van hogere beroepsvaardigheden in overige beroepen, als bedoeld in artikel 3.30b, derde lid, onder b, van het Besluit: ‘Beroepen die niet in bijlage I zijn opgenomen’;
4.
Voor zover van toepassing, wordt op het document, bedoeld in het eerste lid, onder e, onder de rubriek ‘opmerkingen’ vermeld ‘voormalig houder van een Europese blauwe kaart’.
5.
Op het document of de schriftelijke verklaring, bedoeld in het eerste lid, onder b, c, d en e, wordt de aantekening gesteld ‘arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist’. Op het document of de schriftelijke verklaring, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt de aantekening gesteld:
- a.
‘Arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist’;
- b.
‘TWV niet vereist voor specifieke arbeid, andere arbeid niet toegestaan’;
- c.
‘TWV vereist voor arbeid van bijkomende aard, andere arbeid in loondienst niet toegestaan’;
- d.
‘Arbeid toegestaan mits TWV is verleend’;
- e.
‘TWV vereist voor specifieke arbeid, andere arbeid niet toegestaan’;
- f.
‘TWV niet vereist voor specifieke arbeid, andere arbeid toegestaan mits TWV is verleend’;
- g.
‘Arbeid als kennismigrant en zelfstandige toegestaan, andere arbeid toegestaan met TWV’;
- h.
‘Arbeid als houder van de Europese blauwe kaart en zelfstandige toegestaan, andere arbeid toegestaan met TWV’;
- i.
‘Arbeid in loondienst alleen toegestaan met TWV’;
- j.
Arbeid als zelfstandige toegestaan, arbeid in loondienst alleen toegestaan met TWV;
- k.
‘Arbeid toegestaan, TWV alleen gedurende eerste 12 maanden vereist’;
- l.
‘Arbeid niet toegestaan’;
- m.
‘arbeid toegestaan conform aanvullend document’;
- n.
‘arbeid wegens overplaatsing binnen een onderneming en arbeid als zelfstandige toegestaan, andere arbeid toegestaan met TWV’;
- o.
‘TWV niet vereist voor incidentele arbeid in het kader van WHP/WHS, andere arbeid niet toegestaan’;
- p.
arbeid als zelfstandige toegestaan, arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist.
6.
De aantekening, bedoeld in artikel 3.4, derde lid, van het Besluit luidt: ‘beroep op algemene middelen kan gevolgen hebben voor verblijfsrecht’.
7.
De documenten, bedoeld in het eerste lid, zijn ingevolge artikel 4.21, eerste lid, onder a, van het Besluit tevens vastgesteld als document ter vaststelling van de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d, van de Wet. Voor de schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid, onder a, geldt dat deze enkel in combinatie met een geldig grensoverschrijdend document wordt beschouwd als document ter vaststelling van de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van vreemdelingen met rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a, van de Wet.
8.
Als aanvullend document is aangewezen het document van het model dat als bijlage 7l bij deze regeling is gevoegd.