Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd de overige leden van dit artikel is deze rijkswet van toepassing op Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
2.
Indien het verzoek van het Strafhof inhoudt een verzoek om een handeling, te verrichten door de autoriteiten van Aruba, Curaçao of Sint Maarten, wordt het verzoek, in afwijking van artikel 3, eerste lid, in behandeling genomen door de Minister van Justitie van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten. Deze zendt het verzoek overeenkomstig artikel 3, tweede en vierde lid, door aan de procureur-generaal van Aruba en aan de procureur-generaal voor Curaçao, voor Sint Maarten en voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3.
In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, zijn, in afwijking van het bepaalde in de hoofdstukken 2, 3 en 4 van deze wet en behoudens strijd met het Statuut, het Uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede het Wetboek van Strafvordering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten van overeenkomstige toepassing.
4.
Tegen een uitspraak van de bevoegde rechter van Aruba, Curaçao of Sint Maarten op of naar aanleiding van een verzoek van het Strafhof tot overlevering of tenuitvoerlegging staat geen rechtsmiddel open.