Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/22.4.2:22.4.2 Handelingen van de participanten onderling als derden (buiten het kader van het samenwerkingsverband)
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/22.4.2
22.4.2 Handelingen van de participanten onderling als derden (buiten het kader van het samenwerkingsverband)
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS371753:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. Hof Arnhem 5 april 1995, nr. 99/1443, V-N 1995, blz. 2525 en Hof Leeuwarden 26 september 1986, nr. 1199/84, BNB 1987/328.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het bestaan van een partageovereenkomst sluit niet uit dat de partijen bij die overeenkomst daarnaast andere overeenkomsten met elkaar aangaan. Wanneer belastingplichtigen buiten het kader van de partageovereenkomst over en weer handelingen tegen vergoeding verrichten, dan treden zij ten opzichte van elkaar als derden op. Op dat moment doet het er weinig toe dat zij tevens als participanten in een partageovereenkomst optreden. Van handelingen buiten het kader van de partageovereenkomst om, zal telkens op de moeten worden vastgesteld of zij belastbaar zijn.1 Het recht op aftrek van voorbelasting zal telkens volgens de regels van art. 15 Wet OB (art. 168 Btw-richtlijn, ex art. 17 Zesde richtlijn) moeten worden beoordeeld bij ieder van de participanten afzonderlijk.