RvdW 2012/554
Wijze van tenlastelegging ter zake Wet tijdelijk huisverbod.
HR 03-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7497
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
S 11/00441
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- LJN
BV7497
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Personen- en familierecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV7497, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2012
- Wetingang
Essentie
1. Het Hof kon het in de tenlastelegging voorkomende woord ‘huisverbod’ opvatten als een verwijzing naar de uit art. 2 Wet tijdelijk huisverbod voortvloeiende bevoegdheid van de burgemeester tot het opleggen van een huisverbod.
2. Het niet vermelden in de tenlastelegging en bewezenverklaring van de wettelijke grondslag van het overtreden huisverbod staat niet aan kwalificatie van het bewezenverklaarde in de weg.
3. Het opnemen van het woord ‘uithuisgeplaatste’ in de tenlastelegging was niet noodzakelijk nu de tenlastelegging vermeldde dat aan de verdachte een huisverbod was opgelegd. Vervolg op Hof Arnhem 30 augustus 2010, NJFS ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.