Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/291
Faillissementsrecht. Procesrecht. Appelprocedure overgenomen door curatoren; cassatieberoep gefailleerde niet-ontvankelijk.
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:274
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/03844
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS29375:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:274, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1434, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
Art. 27 lid 3 Fw; art. 426 lid 1 Rv
Essentie
Faillissementsrecht. Procesrecht. Appelprocedure overgenomen door curatoren; cassatieberoep gefailleerde niet-ontvankelijk.
Samenvatting
Vervolg van HR 6 juli 2018, NJ 2018/339, waarin is komen vast te staan dat de curator die gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot overneming van het geding (art. 27 lid 3 Fw) van rechtswege partij wordt in plaats van de gefailleerde en dat de gefailleerde buiten het geding is gesteld en dat zij geen procespartij meer is. Slechts de curatoren kunnen cassatieberoep instellen van de uitspraken van het hof in dat geding, met uitsluiting van de gefailleerde zelf. Dat het hof de gefailleerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.