Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/293
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Verhaal schuldeisers onmogelijk ten gevolge van doorstart bedrijf na onderhandse verkoop bedrijfsinventaris met medewerking van bank die de inventaris in pand had. Wetenschap bank dat koper een aan de schuldenaar gelieerd bedrijf was?
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:270
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/01180
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:270, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1508, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Verhaal schuldeisers onmogelijk ten gevolge van doorstart bedrijf na onderhandse verkoop bedrijfsinventaris met medewerking van bank die de inventaris in pand had. Wetenschap bank dat koper een aan de schuldenaar gelieerd bedrijf was?
Partij(en)
22 februari 2019Eerste Kamer18/01180TT/IFHoge Raad der Nederlanden
Arrest in de zaak van:
[eiseres 1] , voor zich en in de hoedanigheid van erfgenaam van [erflater] ,
[eiseres 2] , in de hoedanigheid van erfgenaam van [erflater] ,
[eiseres 3] , in de hoedanigheid van erfgenaam van [erflater] ,
[eiseres 4] , in de hoedanigheid van erfgenaam van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.