Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/59/Euratom vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling
Artikel 83 Medisch-fysisch deskundige
Geldend
Geldend vanaf 06-02-2014
- Bronpublicatie:
05-12-2013, PbEU 2014, L 13 (uitgifte: 17-01-2014, regelingnummer: 2013/59/Euratom)
- Inwerkingtreding
06-02-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2013, PbEU 2014, L 13 (uitgifte: 17-01-2014, regelingnummer: 2013/59/Euratom)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Milieurecht / Straling
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Energierecht (V)
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de medisch-fysische deskundige zo nodig optreedt met betrekking tot of gespecialiseerd advies verstrekt over kwesties betreffende stralingsfysica met het oog op de uitvoering van de voorschriften van hoofdstuk VII en in artikel 22, lid 4, onder c), van deze richtlijn.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat, naargelang de medisch-radiologische handeling, de medisch-fysisch deskundige de verantwoordelijkheid voor de dosimetrie op zich neemt, met inbegrip van fysische metingen voor de beoordeling van de door de patiënt en andere personen die een medische blootstelling ondergaan ontvangen dosis, advies geeft over medisch-radiologische apparatuur en in het bijzonder bijdraagt tot:
- a)
de optimalisatie van de stralingsbescherming van patiënten en andere personen die een medische blootstelling ondergaan, met inbegrip van de toepassing en het gebruik van diagnostische referentieniveaus;
- b)
de bepaling en uitvoering van kwaliteitsborging van de medisch-radiologische apparatuur;
- c)
acceptatietests voor medisch-radiologische apparatuur;
- d)
de uitwerking van technische specificaties voor medisch-radiologische apparatuur en installatieontwerp;
- e)
het toezicht op de medisch-radiologische installaties;
- f)
de analyse van gebeurtenissen die tot toevallige of onopzettelijke medische blootstellingen leiden of kunnen leiden;
- g)
de selectie van noodzakelijke apparatuur om metingen voor stralingsbescherming uit te voeren;
- h)
de opleiding van medische deskundigen en ander personeel in relevante aspecten van stralingsbescherming.
3.
Indien nodig onderhoudt de medisch-fysisch deskundige contact met de stralingsbeschermingsdeskundige.