Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/23/EU betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten
Artikel 13 Aan een verbonden onderneming gegunde concessies
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
1.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ‘verbonden onderneming’ verstaan, elke onderneming waarvan de jaarrekening is geconsolideerd met die van de aanbestedende instantie overeenkomstig de eisen van Richtlijn 2013/34/EU van de Raad.
2.
Indien het instanties betreft die niet onder Richtlijn 2013/34/EU vallen, wordt onder ‘verbonden onderneming’ verstaan, elke onderneming die:
- a)
al dan niet rechtstreeks onderworpen kan zijn aan een overheersende invloed van de aanbestedende instantie;
- b)
die een overheersende invloed op de aanbestedende instantie kan uitoefenen, of;
- c)
die gezamenlijk met de aanbestedende instantie aan de overheersende invloed van een andere onderneming is onderworpen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op de onderneming van toepassing zijnde voorschriften.
Voor de toepassing van dit lid heeft het begrip ‘overheersende invloed’ dezelfde betekenis als in artikel 7, lid 4.
3.
Niettegenstaande artikel 17 en mits aan de voorwaarden van lid 4 van dit artikel is voldaan, is deze richtlijn niet van toepassing op:
- a)
concessies die een aanbestedende instantie aan een met hem verbonden onderneming gunt, of;
- b)
concessies die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit een aantal aanbestedende instanties, voor de uitoefening van de in bijlage II bedoelde activiteiten aan een met een van deze aanbestedende instanties verbonden onderneming gunt.
4.
Lid 3 is van toepassing:
- a)
op concessies voor diensten, mits ten minste 80 % van de gemiddelde totale omzet die de verbonden onderneming over de laatste drie jaar heeft behaald, rekening houdend met alle diensten die zij heeft verleend, afkomstig is van het verlenen van diensten aan de aanbestedende dienst of aan andere ondernemingen waarmee zij verbonden is;
- b)
op concessies voor werken, mits ten minste 80 % van de gemiddelde totale omzet die de verbonden onderneming over de laatste drie jaar heeft behaald, rekening houdend met alle werken die zij heeft verricht, afkomstig is van het verrichten van werken voor de aanbestedende dienst of aan andere ondernemingen waarmee zij verbonden is.
5.
Wanneer in verband met de datum van oprichting of aanvang van de ondernemings- activiteiten van de verbonden onderneming de omzet over de afgelopen drie jaar niet beschikbaar is, kan deze onderneming ermee volstaan onder andere door het extrapoleren van activiteiten aan te tonen dat de in lid 4, onder a) of b), bedoelde omzet aannemelijk is.
6.
Wanneer dezelfde of soortgelijke diensten of werken worden verricht door meer dan één met de aanbestedende instantie verbonden ondernemingen waarmee zij een combinatie van ondernemingen vormt, wordt bij de berekening van de percentages als bedoeld in lid 4 rekening gehouden met de totale omzet die voortvloeit uit het verrichten van respectievelijk diensten of werken door deze verbonden ondernemingen.