Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2411 van 18 oktober 2023 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten en tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2017/1001 en (EU) 2019/1753
Artikel 48 Uniesymbool, aanduiding en afkorting
Geldend
Geldend vanaf 16-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Inwerkingtreding
16-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Het krachtens Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 vastgestelde Uniesymbool voor ‘beschermde geografische aanduiding’ is van toepassing op geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten.
2.
Bij ambachtelijke en industriële producten die hun oorsprong hebben in de Unie die in de handel worden gebracht met een geografische aanduiding, kan op de etikettering en reclame- of communicatiemateriaal het Uniesymbool worden aangebracht. De geografische aanduiding wordt in hetzelfde gezichtsveld als het Uniesymbool aangebracht.
3.
De afkorting ‘BGA’, die overeenkomt met de aanduiding ‘beschermde geografische aanduiding’, kan worden aangebracht op de etikettering van producten met een geografische aanduiding voor ambachtelijke en industriële producten.
4.
Het Uniesymbool, de aanduiding en de afkorting mogen worden gebruikt op de etikettering van, en reclame- of communicatiemateriaal voor, industrieproducten indien de geografische aanduiding verwijst naar een onderdeel of component daarvan. In dat geval wordt het Uniesymbool, de aanduiding of de afkorting aangebracht naast de naam van het onderdeel of de component dat/die duidelijk als onderdeel of component wordt geïdentificeerd. Het Uniesymbool, de aanduiding en de afkorting worden niet op dusdanige wijze aangebracht dat bij de consument de indruk wordt gewekt dat de naam van het industrieproduct als geheel, en niet de naam van een onderdeel of component van het product, door de geografische aanduiding wordt beschermd.
5.
Het Uniesymbool, de aanduiding of de afkorting, naargelang het geval, mag pas na de bekendmaking van het besluit tot registratie van de geografische aanduiding overeenkomstig artikel 29, lid 6, of artikel 30, lid 3, afhankelijk van het geval, op de etikettering van een product en, in voorkomend geval, op reclame- of communicatiemateriaal voor het product worden aangebracht.
6.
De volgende zaken kunnen eveneens worden aangebracht op de etikettering van een product en, in voorkomend geval, op reclame- of communicatiemateriaal voor het product:
- a)
afbeeldingen van het in het productdossier bedoelde geografische gebied van oorsprong, en
- b)
tekst, afbeeldingen of symbolen die verwijzen naar de lidstaat of de regio waarin dat geografische gebied gelegen is.
7.
Het Uniesymbool dat verband houdt met een geografische aanduiding uit een derde land die is ingeschreven in het Unieregister, kan worden aangebracht op de etikettering van, en op reclame- of communicatiemateriaal voor, het product. In dat geval is lid 2 van toepassing.
8.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van de technische kenmerken van het Uniesymbool en de aanduiding, alsook van de voorschriften inzake het gebruik ervan op de met een geregistreerde geografische aanduiding in de handel gebrachte producten, inclusief regels betreffende de te gebruiken taalversies. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.