RBP 2018/61
Faillissementsrecht. Had een partij nog in de gelegenheid moeten worden gesteld om op een reactie te reageren?
HR 25-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:774
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 mei 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/05130
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- JCDI
JCDI:ADS929413:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:774, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:309, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2017
- Wetingang
Essentie
Faillissementsrecht. Hoor en wederhoor.
Had een partij nog in de gelegenheid moeten worden gesteld om op een reactie te reageren?
Samenvatting
Een bank vraagt het faillissement aan van een partij. De rechtbank heeft die aanvraag toegewezen. In hoger beroep heeft de failliet aangevoerd dat hij met een groot aantal schuldeisers een regeling tegen finale kwijting heeft getroffen onder de voorwaarde dat het hof het faillissement vernietigt, en dat de vorderingen van de schuldeisers met wie geen regeling is getroffen, volledig zullen worden voldaan. Op de mondelinge behandeling heeft het hof met partijen afgesproken dat de advocaat van failliet aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.