Revindicatoire aanspraken op giraal geld
Einde inhoudsopgave
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/:Verhandeling
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/
Verhandeling
Documentgegevens:
B. Bierens, datum 23-03-2009
- Datum
23-03-2009
- Auteur
B. Bierens
- JCDI
JCDI:ADS584085:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De verhaalspositie van de bank zoals die is gemodelleerd in de besproken arresten, kan ook langs een andere weg worden bereikt. Ik neem daarbij wederom het onderscheid tussen geld, giro-overeenkomst en kredietfaciliteit als uitgangspunt. De belangrijkste vragen die zich dan aandienen zijn: van wie is het geld, wie kan daarover beschikken en kan de bank daarop verhaal nemen? In deze paragraaf beantwoord ik deze vragen voor de situaties waarin de rekeninghouder in staat van faillissement verkeert (paragraaf 4.1), buiten diens faillissement (paragraaf 4.2), evenals in het zicht daarvan (paragraaf 4.3). Omdat mijn betoog gestoeld is op het rechtskarakter van geld en geen betrekking heeft op het toepassingsgebied van het pandrecht, leveren mijn bevindingen geen wezenlijk ander gezichtspunt op ten aanzien van de rechtspositie van de bank als (stille) pandhouder (paragraaf 4.4).