Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 30 Uitwisseling van inlichtingen en administratieve bijstand
Geldend
Geldend vanaf 31-12-1993
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1993, 158).
- Bronpublicatie:
18-12-1992, Trb. 1993, 77 (uitgifte: 07-06-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
18-12-1992, Trb. 1993, 77 (uitgifte: 07-06-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1993, Trb. 1993, 202 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
31-12-1993, Trb. 1993, 202 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De bevoegde autoriteiten van de Staten wisselen de inlichtingen uit die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze Overeenkomst of van de nationale wetgeving van de Staten met betrekking tot belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is, voor zover de belastingheffing op grond daarvan niet in strijd is met de Overeenkomst, waaronder begrepen inlichtingen nodig voor de vaststelling en de invordering van, de administratie en de tenuitvoerlegging terzake van, de gerechtelijke vervolging voor een administratiefrechtelijke autoriteit of het instellen van een gerechtelijke vervolging voor een gerechtelijk lichaam, of de beslissing in beroepszaken met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door artikel 1 (Algemene Reikwijdte). Alle door een van de Staten ontvangen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die op grond van de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratiefrechtelijke lichamen) die betrokken zijn bij de bovenbedoelde functies met betrekking tot belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is. Deze personen of autoriteiten mogen van de inlichtingen alleen voor deze doeleinden gebruik maken. Zij mogen de inlichtingen bekend maken in openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. Een Staat mag inlichtingen die op basis van deze Overeenkomst zijn verkregen slechts als bewijs voor een rechter in strafzaken gebruiken indien daartoe vooraf goedkeuring is verleend door de bevoegde autoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt. De bevoegde autoriteiten kunnen echter onderling overeenkomen af te zien van de voorwaarde van voorafgaande goedkeuring.
2.
Wanneer op basis van dit artikel door een van de Staten om inlichtingen is verzocht, verzamelt de andere Staat de inlichtingen waarop het verzoek betrekking heeft op dezelfde wijze en in dezelfde mate als wanneer de belasting van de eerstbedoelde Staat een belasting van die andere Staat zou zijn en zou zijn geheven door de andere Staat. Wanneer daar door de bevoegde autoriteit van een Staat uitdrukkelijk om is verzocht, tracht de bevoegde autoriteit van de andere Staat de inlichtingen te verschaffen in de vorm van getuigenverklaringen, gewaarmerkte afschriften van onbewerkte oorspronkelijke documenten (met inbegrip van boeken, documenten, verklaringen, bestanden, rekeningen en geschriften) voor zover die verklaringen en documenten verkregen kunnen worden op grond van de wetgeving en de administratieve praktijk van die andere Staat met betrekking tot haar eigen belastingen.
3.
De Staten kunnen aan de arbitragecommissie, ingesteld volgens de bepalingen van het vijfde lid van artikel 29 (Regeling voor Onderling Overleg), de inlichtingen verstrekken die nodig zijn om de arbitrageprocedure te volbrengen. Deze inlichtingen worden verstrekt met inachtneming van de bepalingen van artikel 32 (Beperking van artikelen 30 en 31) en van het tweede lid van dit artikel. De leden van de arbitragecommissie zijn met betrekking tot de aldus verstrekte inlichtingen onderworpen aan de beperkingen van openbaarmaking als omschreven in het eerste lid van dit artikel.