Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 32 Beperking van artikelen 30 en 31
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2004
- Bronpublicatie:
08-03-2004, Trb. 2004, 166 (uitgifte: 30-06-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-12-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-2005, Trb. 2005, 4 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
In geen geval worden de bepalingen van artikel 30 (Uitwisseling van inlichtingen en administratieve bijstand) en artikel 31 (Hulp en bijstand bij invordering) zo uitgelegd dat zij een van de Staten de verplichting opleggen:
- a.
administratieve maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wetgeving of de administratieve praktijk van die of van de andere Staat;
- b.
inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn krachtens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van die of van de andere Staat;
- c.
inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthullen, of inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.
2.
Onverminderd het eerste lid, zijn de bevoegde autoriteiten van beide Staten bevoegd inlichtingen te verzamelen en te verstrekken die in het bezit zijn van financiële instellingen, gevolmachtigden of personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreden of inlichtingen te verzamelen en verstrekken over personen die belangen in een andere persoon houden, met inbegrip van aandelen aan toonder, ongeacht de wetten of praktijken in de Staat die het verkrijgen van dergelijke informatie anders zouden beletten.
3.
De bepalingen van deze Overeenkomst verplichten een Staat niet inlichtingen te verzamelen of te verstrekken waardoor vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en een advocaat, notaris of een andere erkende juridische vertegenwoordiger zou worden onthuld indien dergelijke communicatie:
- a.
plaatsvindt ten behoeve van het verzoeken om of verstrekken van juridisch advies; of
- b.
plaatsvindt ten behoeve van bestaande of mogelijk in te stellen gerechtelijke procedures.