Hof Amsterdam, 19-04-2022, nr. 200.247.666/01
ECLI:NL:GHAMS:2022:1167, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
19-04-2022
- Zaaknummer
200.247.666/01
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2022:1167, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑04‑2022; (Hoger beroep)
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2020:259
Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:1527, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
ECLI:NL:GHAMS:2020:259, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑02‑2020; (Hoger beroep)
Einduitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2022:1167
- Vindplaatsen
OR-Updates.nl 2022-0122
JOR 2022/277 met annotatie van Steneker, A.
INS-Updates.nl 2021-0079
OR-Updates.nl 2021-0113
Uitspraak 19‑04‑2022
Inhoudsindicatie
Yukos. Vervolg op ECLI:NL:GHAMS:2020:259. Het hof verklaart voor recht dat de aandelenoverdracht van 10 september 2007 dient te worden aangemerkt als “an evasion of the Shares” in de zin van art. 8.4 van de koopovereenkomst en in de zin van art. 8.3 van de leveringsakte, zodat indien dit arrest in kracht van gewijsde gaat, vanaf de datum waarop dat gebeurt, de aandelen (ook op die grond) geacht zullen worden nooit te zijn overgedragen aan Promneftstroy.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.247.666/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/631363 / HA ZA 17-660
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 april 2022
inzake
1. FINANCIAL PERFORMANCE HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
gevestigd te Amsterdam,
3. de vennootschap naar vreemd recht
YUKOS CAPITAL LIMITED,
gevestigd te Road Town, Tortola, Britse Maagdeneilanden,
appellanten,
advocaat: mr. E.R. Meerdink te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht
OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou, Russische Federatie,
geïntimeerde,
advocaat: mr. R.S. Meijer te Amsterdam.
Appellanten worden hierna FPH, de STAK en Yukos Capital en gezamenlijk FPH c.s. genoemd. Geïntimeerde wordt Promneftstroy genoemd.
1. De zaak in het kort
In 2005 heeft Yukos Oil aandelen in een dochtermaatschappij overgedragen aan de STAK . In 2006 heeft de Russische rechter Yukos Oil failliet verklaard. FPH en Yukos Capital stellen dat zij grote vorderingen op Yukos Oil hebben. In verband daarmee hebben zij in 2007 in Nederland conservatoir beslag doen leggen op de door Yukos Oil gehouden aandelen in Yukos Finance B.V. De curator in het Russische faillissement heeft handelingen verricht die strekken tot verkoop en levering van de aandelen aan Promneftstroy. Hierbij is een beding overeengekomen van de strekking, kort gezegd, dat de aandelen onder omstandigheden geacht worden niet te zijn overgedragen. In dit geding doen FPH c.s. een beroep op dat beding. Bij de uitleg van het beding speelt het begrip “onttrekking” een rol.
2. Verder verloop van het geding in hoger beroep
Bij arrest van 4 februari 2020 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor aktewisseling. Daarna hebben FPH c.s. een akte en heeft Promneftstroy een antwoordakte ingediend. Vervolgens is opnieuw arrest gevraagd.
3. Verdere beoordeling
3.1
FPH c.s. hebben diverse verklaringen voor recht gevorderd die betrekking hebben op de vraag of de aandelenoverdracht van 10 september 2007 aangemerkt moet worden als “an evasion of the Shares” in de zin van art. 8.4 van de koopovereenkomst (hierna: het onttrekkingsbeding). De rechtbank heeft de vorderingen van FPH c.s. afgewezen. Hiertegen hebben FPH c.s. drie grieven aangevoerd. In hoger beroep hebben zij hun vorderingen gewijzigd. Het hof zal recht doen op de gewijzigde eis.
3.2
De koopovereenkomst dient – ook waar de betekenis voor de rechtspositie van derden in het geding is – te worden uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf. In de eerste volzin van art. 8.3 van de koopovereenkomst wordt “evasion” gelijkgesteld aan: “onttrekking aan”. Zowel FPH c.s. als Promneftstroy hebben aangevoerd dat art. 8.3 en art. 8.4 op verlangen van de betrokken notaris in de koopovereenkomst zijn opgenomen ter vermijding van het risico dat het overdragen van de aandelen gezien zou worden als het plegen van het in art. 198 lid 1 Sr omschreven misdrijf. Daarom is voor de uitleg van het onttrekkingsbeding van belang of de aandelenoverdracht voldoet aan de delictsomschrijving in die wetsbepaling.
3.3
Voor de vraag of sprake is van onttrekken in de zin van art. 198 Sr is niet relevant of de beslaglegger door de gedraging benadeeld – of bevoordeeld – is, aangezien art. 198 Sr niet beoogt de belangen van de beslaglegger te beschermen doch strekt tot eerbiediging van een daad van het openbaar gezag (zie laatstelijk: HR 16 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:593). Deze aandelenoverdracht eerbiedigt de beslagleggingen niet, in elk geval niet jegens het openbaar gezag (vertegenwoordigd door de deurwaarders die de beslagen hebben gelegd). Voor het aannemen van een gebrek aan eerbiediging als hier bedoeld is niet nodig dat het beslagen goed daadwerkelijk verdwijnt, wordt vernietigd of in waarde wordt teruggebracht. Voldoende is dat het goed in weerwil van het beslag wordt vervreemd of bezwaard. Daarom moet de aandelenoverdracht van 10 september 2007 aangemerkt worden als een onttrekking in de zin van art. 198 lid 1 Sr en daarmee als “an evasion of the Shares” in de zin van het onttrekkingsbeding. Promneftstroy heeft niet voldoende feiten gesteld om de conclusie te rechtvaardigen dat partijen bij de koopovereenkomst of derden het onttrekkingsbeding redelijkerwijs anders mochten of moesten begrijpen of redelijkerwijs mochten of moesten begrijpen dat relevante anderen een andere betekenis aan het beding zouden toekennen.
3.4
De omstandigheden die in art. 8.3 van de koopovereenkomst onder (i) tot en met (vii) worden genoemd, doen niet eraan af dat de aandelenoverdracht de beslagleggingen niet eerbiedigt jegens het openbaar gezag. Daarom leiden zij niet tot een ander oordeel.
3.5
Anders dan de rechtbank heeft overwogen, bestaat er geen tegenstrijdigheid tussen art. 474e Rv en art. 198 lid 1 Sr (ook niet als de rechtspraak van de Hoge Raad over beide wetsbepalingen in aanmerking wordt genomen). De omstandigheid dat een na het beslag tot stand gekomen vervreemding van aandelen niet aan de beslaglegger kan worden tegengeworpen, doet er niet aan af dat degene die beslagen aandelen vervreemdt of bezwaart, de beslaglegging niet eerbiedigt jegens het openbaar gezag. Een vervreemding of bezwaring van een beslagen aandeel is weliswaar (civielrechtelijk) niet absoluut nietig, maar zij levert wel onttrekken in de zin van art. 198 lid 1 Sr op en dus (als ook aan de overige bestanddelen van art. 198 lid 1 Sr is voldaan) een strafbaar feit volgens de wet. De wetsgeschiedenis van art. 474e Rv en art. 198 lid 1 Sr en de rechtsgeleerde literatuur brengen het hof niet tot een ander oordeel. In het midden kan dus ook blijven of de partijen bij de koopovereenkomst hebben gehandeld met het opzet de verhaalsmogelijkheden van de beslagleggers te beperken.
3.6
Promneftstroy heeft aangevoerd dat aan FPH c.s. geen beroep op het onttrekkingsbeding toekomt, omdat zij geen partij zijn bij de koopovereenkomst en de leveringsakte. Dit betoog faalt op grond van het volgende.
Art. 8.4 van de koopovereenkomst bepaalt dat indien aan de daar geformuleerde voorwaarde is voldaan “the Shares will not be deemed to have been transferred under the Deed of Transfer”. Deze bewoordingen wijzen erop dat eenieder die belang heeft bij de vaststelling dat de aandelen niet zijn overgedragen, een beroep kan doen op art. 8.4 van de koopovereenkomst, dus ook anderen dan partijen bij de koopovereenkomst. De bewoordingen worden herhaald in art. 8.3 van de leveringsakte. Kennelijk is beoogd daaraan (ook voor derden relevante) goederenrechtelijke werking te verbinden. Promneftstroy heeft niet voldoende feiten gesteld om de conclusie te rechtvaardigen dat partijen bij de koopovereenkomst of derden die een beroep willen doen op het onttrekkingsbeding, het beding redelijkerwijs anders moesten of mochten opvatten of redelijkerwijs mochten of moesten verwachten dat relevante anderen een andere betekenis aan het beding zouden toekennen. De omstandigheid dat het beding op verlangen van de notaris is opgenomen, levert geen aanwijzing op voor de slotsom dat andere derden dan de notaris geen beroep op het beding zouden kunnen doen, ook niet als zij daar belang bij hebben. Aan FPH c.s. komt daarom een beroep toe op art. 8.4 van de koopovereenkomst.
3.7
Promneftstroy heeft aangevoerd dat FPH c.s. niet onmiddellijk betrokken zijn bij de rechtsverhouding waarop de gevorderde verklaringen voor recht zien. Dit betoog faalt. De gevorderde verklaringen voor recht hebben betrekking op de rechtsverhouding tussen FPH en Yukos Capital als beslagleggers op aandelen en Promneftstroy als beweerdelijke verkrijgers van de aandelen. Zij hebben ook betrekking op de rechtsverhouding tussen de STAK en Promneftstroy. Die twee partijen betwisten elkaar de aanspraak op de opbrengst van verkoop van de aandelen in Yukos International UK B.V. In die zaak is de rechtsgeldigheid van de aandelenoverdracht van 10 september 2007 een belangrijk punt van geschil. Bij voornoemde rechtsverhoudingen zijn FPH c.s. onmiddellijk betrokken in de zin van art. 3:302 BW.
3.8
Promneftstroy heeft aangevoerd dat FPH c.s. geen rechtens relevant belang hebben bij de gevorderde verklaringen voor recht. Dit betoog faalt op grond van het volgende.
De gevorderde verklaringen voor recht kunnen eraan bijdragen dat FPH c.s. daadwerkelijk beschermd worden in hun recht om de aandelenoverdracht te negeren. Reeds daarom hebben FPH c.s. belang bij de gevorderde verklaringen voor recht.
Dit belang is niet weggevallen door de uitspraken van de Hoge Raad van
13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3299 (over de mogelijkheid voor FPH en Yukos Capital om tegen Promneftstroy te procederen op de wijze als daar omschreven), en van 19 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:54 (waarbij het cassatieberoep is verworpen tegen een arrest waarbij dit hof voor recht heeft verklaard dat Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen is geworden). De in dit geding gevorderde verklaringen voor recht kunnen FPH c.s. rechtsbescherming bieden in aanvulling op hetgeen geoordeeld is in de zaken die geleid hebben tot die uitspraken van de Hoge Raad.
3.9
FPH c.s. hebben het belang genoemd dat zij zich op korte termijn willen kunnen verhalen op de opbrengst van verkoop van de aandelen, waarbij de STAK wil meedelen in de opbrengst ten bate van (uiteindelijk) de voormalige aandeelhouders van Yukos Oil. FPH c.s. hebben aangevoerd dat zij in hun belangen getroffen zijn geweest door de aandelenoverdracht, omdat zij tegen Promneftstroy hebben moeten procederen om hun rechten jegens haar geldend te maken. Zij hebben het risico gelopen dat Promneftstroy aandeelhoudersrechten zou uitoefenen, zoals vervanging van het bestuur dat handelingen zou kunnen verrichten die de waarde van de aandelen doen verminderen, aldus FPH c.s. Dit zijn voldoende rechtens te respecteren belangen. In het midden kan blijven of FPH en Yukos Capital concurrentie zouden kunnen krijgen van schuldeisers van Promneftstroy of nadeel zouden kunnen ondervinden van een eventueel faillissement van Promneftstroy.
3.10
Promneftstroy heeft een beroep gedaan op rechtsverwerking. Dit beroep faalt op grond van het volgende. Promneftstroy heeft onvoldoende bijzondere omstandigheden gesteld op grond waarvan bij haar gerechtvaardigd vertrouwen zou zijn gewekt dat FPH c.s. hun aanspraak die op het beroep op het onttrekkingsbeding is gebaseerd, niet meer geldend zouden maken. Ook heeft zij onvoldoende bijzondere omstandigheden gesteld waardoor de positie van Promneftstroy onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden doordat FPH c.s. die aanspraak alsnog geldend maken. De omstandigheden dat FPH c.s. zich al vanaf 2007 op het standpunt stellen dat Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen is geworden en dat FPH c.s. daarover actief procederen, maar tot 2016 zonder zich op het onttrekkingsbeding te beroepen, ook al kennen zij de koopakte en de leveringsakte, zijn daarvoor ontoereikend.
3.11
Het hoger beroep slaagt. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd. De in hoger beroep gewijzigde vorderingen zullen worden toegewezen in de vorm als hierna wordt vermeld. Promneftstroy zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.
4. Beslissing
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
en opnieuw rechtdoende:
verklaart voor recht dat de aandelenoverdracht van 10 september 2007 dient te worden aangemerkt als “an evasion of the Shares” in de zin van art. 8.4 van de koopovereenkomst en in de zin van art. 8.3 van de leveringsakte, zodat indien dit arrest in kracht van gewijsde gaat, vanaf de datum waarop dat gebeurt, de aandelen (ook op die grond) geacht zullen worden nooit te zijn overgedragen aan Promneftstroy;
veroordeelt Promneftstroy in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van FPH c.s. begroot op € 679,81 aan verschotten en € 1.086,- voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 726,- aan verschotten en € 1.671,- voor salaris en op € 163,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, W.A.H. Melissen en G.C.C. Lewin en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 april 2022.
Uitspraak 04‑02‑2020
Inhoudsindicatie
Appel van ECLI:NL:RBAMS:2018:3958. Welk belang heeft Promneftstroy nog bij haar vorderingen, na arrest 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:54?
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.247.666/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/631363/HA ZA 17-660
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 4 februari 2020
inzake
1. FINANCIAL PERFORMANCE HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
gevestigd te Amsterdam,
3. de vennootschap naar vreemd recht YUKOS CAPITAL LIMITED,
gevestigd te Road Town, Tortola, Britse Maagdeneilanden,
appellanten,
advocaat: mr. E.R. Meerdink te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht
OOO PROMNEFTSTROY B.V.,
gevestigd te Moskou, Russische Federatie,
geïntimeerde,
advocaat: mr. R.S. Meijer te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
Appellanten worden hierna gezamenlijk FPH c.s. genoemd en afzonderlijk FPH, StAK, Yukos International en Yukos Capital. Geïntimeerde wordt Promneftstroy genoemd.
FPH c.s. zijn bij dagvaarding van 5 september 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 juni 2018, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen FPH c.s. als eiseressen en Promneftstroy als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven tevens houdende vermindering van eis, met producties;
- memorie van antwoord.
Vervolgens is arrest gevraagd.
FPH c.s. hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en
- voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - hun vorderingen zoals in de memorie van grieven verwoord alsnog zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten, met nakosten en rente.
Promneftstroy heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, met - uitvoerbaar bij voorraad - hoofdelijke veroordeling van FPH c.s. in de proceskosten, met nakosten en rente.
2. Feiten
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.8 de vaststaande feiten opgesomd die zij bij de beoordeling van het geschil van partijen tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Waar nodig aangevuld met andere feiten die in hoger beroep zijn gebleken, komen zij neer op hetgeen hierna onder 3.1 is vermeld.
3. Beoordeling
3.1. (
i) Op 1 augustus 2006 is door een Russische rechter in staat van faillissement verklaard de te Moskou (Russische Federatie) gevestigde rechtspersoon naar Russisch recht OAO Yukos Oil Company (hierna: Yukos Oil). Daarbij is tot curator benoemd [naam curator] (hierna: [curator] ).
(ii) Yukos Oil was enig aandeelhouder van de in Amsterdam gevestigde vennootschap naar Nederlands recht Yukos Finance B.V. (hierna: Yukos Finance).
(iii) Op 10 augustus 2007 heeft de rechtsvoorgangster van Yukos Capital met verlof van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam ten laste van Yukos Oil conservatoir (verhaals)beslag doen leggen op de aandelen Yukos Finance.
(iv) Op 14 augustus 2007 heeft de rechtsvoorgangster van FPH met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam ten laste van Yukos Oil conservatoir (verhaals)beslag doen leggen op de aandelen Yukos Finance.
( v) In die tijd hebben ook andere schuldeisers ten laste van Yukos Oil conservatoir (verhaals)beslag doen leggen op de aandelen Yukos Finance.
(vi) Bij Share Purchase Agreement van 20 augustus 2007 heeft [curator] de aandelen Yukos Finance verkocht aan Promneftstroy. Deze agreement (hierna: de koopovereenkomst) luidt, voor zover hier van belang:
8 Term and termination
(…)
8.3
It is the Parties’ explicit desire and intent that transfer of the Shares that will be made in the Deed of Transfer shall not be determined as an evasion (onttrekking aan) of the Shares from the Admitted Dutch Creditors Attachments. The Parties believe that the contemplated transfer of the Shares under this Agreement is not an evasion of the Shares, since (i) the Admitted Dutch Creditors Attachments as made by the Bailiff remain in full force and effect and (ii) the rights of the Admitted Dutch Creditors in relation to the Shares and the Attachments will be respected in full as stipulated in article 474e DCCP and (iii) the Shares will continue to be in the Netherlands in the place of the registered seat of Yukos Finance and (iv) Yukos Finance will upon notice of the transfer be instructed to enter the transfer in the shareholders’ register such that it is subject to the Admitted Dutch Creditors Attachments and (v) the transfer of the Shares will be served by means of a notice thereof to Yukos Finance (by a bailiff), which notice will explicitly clarify the unaffected continuation of the Admitted Dutch Creditor Attachments, and (vi) a copy of this Agreement and of the Deed of Transfer and of this notice shall be submitted to the Amsterdam Court in the Executory Sales Proceedings and to the Bailiff, and (vii) the value or number of the Shares will not decrease as a result of this Agreement or of the Deed of Transfer.
8.4
If a Dutch competent court in a final decision in which the Purchaser is or may be a party would have determined that the transfer of the Shares must be regarded as an evasion of the Shares, then (i) the Shares will not be deemed to have been transferred under the Deed of Transfer, (ii) the Purchase Price will be deemed to have been given in full consideration for the sale and transfer of the Rights and (iii) the Purchaser shall not be entitled to any repayment of the Purchase Price or any part thereof or of any Purchaser Costs.
(…)
17 Governing law and Jurisdiction
17.1This Agreement and the Deed of Transfer and all transactions contemplated herein shall be exclusively governed by laws of the Netherlands.
(vii) De op 10 september 2007 verleden Deed of Transfer of the Shares subject to the Attachments and of the Rights (hierna: de leveringsakte) luidt, voor zover hier van belang:
Article 6
Notice of transfer of Shares and existence of Agreement
6.1
Each Party is authorized to arrange for the service of notice by a bailiff to the Company of the transfer of the Shares -subject to the Admitted Dutch Creditors Attachments- by the Seller to the Purchaser within the meaning of Section 2:196b (3) of the DCC in conjunction with Section 2:196a (1) of the DCC.
6.2
Together with a true copy of this deed, the bailiff as above mentioned, will provide the Company with a copy of the Agreement.
6.3
Each Party agrees to notify each of the bailiffs, who made the Admitted Dutch Creditors Attachments, within five (5) working days after the service of notice as mentioned under 6.1 of the transfer of the Shares and to inform the Amsterdam Court in accordance with the Agreement.
6.4
Parties hereby authorize me, notary, who will execute this deed to take care on their behalf of the obligations as set forth in this article 6 if they are not taken care of within ten (10) working days after execution of this deed.
6.5
Each of the Parties is authorized to at any time notify each of the Rights’ debtors of the transfer of the Rights.
(…)
Article 8
Declaratory judgment of evasion from the Admitted Dutch Creditors Attachments
8.1
Parties hereby explicitly confirm that it is not their intention to evade (onttrekken aan het beslag) the Shares.
8.2
Parties hereby repeat hereunder the language as set forth in article 8 paragraph 3 of the Agreement in which they declare that they are of the opinion that the Agreement and the transfer of the Shares as laid down in this deed is not to be regarded as an evasion of the Shares from the Admitted Dutch Creditors Attachments (onttrekken aan het beslag):
“8.3 It is the Parties’ explicit desire and intent that transfer of the Shares that will be made in the Deed of Transfer shall not be determined as an evasion (onttrekking aan) of the Shares from the Admitted Dutch Creditors Attachments. The Parties believe that the contemplated transfer of the Shares under this Agreement is not an evasion of the Shares, since (i) the Admitted Dutch Creditors Attachments as made by the Bailiff remain in full force and effect and (ii) the rights of the Admitted Dutch Creditors in relation to the Shares and the Attachments will be respected in full as stipulated in article 474e DCCP and (iii) the Shares will continue to be in the Netherlands in the place of the registered seat of Yukos Finance and (iv) Yukos Finance will upon notice of the transfer be instructed to enter the transfer in the shareholders’ register such that it is subject to the Admitted Dutch Creditors Attachments and (v) the transfer of the Shares will be served by means of a notice thereof to Yukos Finance (by a bailiff), which notice will explicitly clarify the unaffected continuation of the Admitted Dutch Creditor Attachments, and (vi) a copy of this Agreement and of the Deed of Transfer and of this notice shall be submitted to the Amsterdam Court in the Executory Sales Proceedings and to the Bailiff, and (vii) the value or number of the Shares will not decrease as a result of this Agreement or of the Deed of Transfer.”
8.3Parties explicitly accept the consequence that if and when a Dutch competent court in a final decision in which the Purchaser is or may be a party would have determined that the transfer of the Shares must be regarded as an evasion of the Shares, then (i) the Shares will not be deemed to have be transferred under the Deed of Transfer, (ii) the Purchase Price will be deemed to have been given in full consideration for the sale and transfer of the Rights and (iii) the Purchaser shall not be entitled to any repayment of the Purchase Price or any part thereof or of any Purchaser Costs.
Netherlands law. Forum
9.1
The transfer of the Shares and the Rights and the further obligations laid down in this deed shall be governed by Netherlands law.
(viii) Eerder, in 2005, heeft Yukos Finance de door haar gehouden aandelen in het kapitaal van Yukos International UK B.V. overgedragen aan StAK, die daartegenover certificaten van die aandelen heeft uitgegeven aan Yukos Finance.
(ix) Bij arrest van 18 januari 2019 (ECLI:NL:HR:2019:54) heeft de Hoge Raad het arrest van dit hof van 9 mei 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:1695) bevestigd waarin (onder meer) is overwogen dat dat het Russische vonnis waarbij Yukos Oil failliet wordt verklaard in Nederland niet wordt erkend, dat [curator] nooit bevoegd is geweest om de aandelen in Yukos Finance te verkopen en te leveren aan Promnefstroy en voor recht wordt verklaard dat Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen in Yukos Finance is geworden.
3.2.
FPH c.s. vorderen in dit geding diverse verklaringen voor recht die betrekking hebben op de vraag of de verkoop en levering door [curator] van de aandelen in Yukos Finance aan Promneftstroy als onttrekking van die aandelen aan de hierboven onder 3.1 sub iii en iv bedoelde beslagen moet worden aangemerkt.
3.3.
Kort nadat FPH c.s. hun memorie van grieven hebben genomen is het hierboven onder 3.1 sub ix bedoelde arrest van de Hoge Raad uitgesproken. De beslissing dat geen rechtsgeldige overdracht van de aandelen aan Promnefstroy heeft plaatsgevonden is daarmee onaantastbaar geworden.
In het licht hiervan rijst de vraag welk belang nog bestaat bij de door FPH c.s. gevorderde verklaringen voor recht.
Promneftstroy heeft weliswaar aangevoerd dat de beslissingen van het hof Amsterdam en de Hoge Raad ernstige misslagen bevatten en dat zij overweegt een klacht aanhangig te maken bij het EHRM wegens schending van onder meer 6 EVRM en artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, maar ook indien een dergelijke klacht zou slagen is de in Nederland in hoogste instantie genomen beslissing dat de overdracht van de aandelen niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden en Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen Yukos Finance is geworden niet van de baan.
3.4.
Het hof ziet in het voorgaande aanleiding om partijen (eerst FPH c.s. en daarna Promneftstroy) in de gelegenheid te stellen om zich bij akte uit te laten omtrent de betekenis van genoemde uitspraak van de Hoge Raad voor het geschil dat inzet is van het onderhavige geding.
4. Beslissing
het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 3 maart 2020 voor het nemen door FPH c.s. van een akte als hierboven onder 3.4 bedoeld;
verstaat dat Promneftstroy in de gelegenheid zal zijn om vier weken nadien bij akte te reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, A.L.M. Keirse en J.W.M. Tromp en is door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op
4 februari 2020.