Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) Nr. 3440/84 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en soortgelijke netten
Artikel 5 Sleeplap bovenzijde
Geldend
Geldend vanaf 14-08-1989
- Bronpublicatie:
14-07-1989, PbEG 1989, L 203 (uitgifte: 15-07-1989, regelingnummer: 22122/89)
- Inwerkingtreding
14-08-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-1989, PbEG 1989, L 203 (uitgifte: 15-07-1989, regelingnummer: 22122/89)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Twee typen sleeplap bovenzijde, hierna type A en type B genoemd, zijn toegestaan.
2.
Sleeplap bovenzijde type A bestaat uit een rechthoekig stuk netwerk waarvan de mazen ten minste even wijd zijn als die van de kuil. De sleeplap bovenzijde moet ten minste anderhalf maal zo breed zijn als het gedeelte van de kuil dat wordt bedekt; de breedte van de sleeplap en van de kuil wordt gemeten loodrecht op de lengteas van de kuil. De sleeplap mag alleen met de voorkant en met de zijkanten aan de bovenhelft van de buitenkant van de kuil worden bevestigd. Indien de kuil voorzien is van een verdeelstrop, moet de sleeplap bovenzijde zodanig worden bevestigd dat hij niet verder voorwaarts kan reiken dan vier mazen vóór de achterste verdeelstrop. Indien er geen verdeelstrop is, moet de sleeplap bovenzijde zodanig worden bevestigd dat hij niet meer dan het achterste derde deel van de kuil bedekt. In beide gevallen moet de sleeplap bovenzijde ten minste vier mazen vóór de pooklijn eindigen.
3.
Een sleeplap bovenzijde type B bestaat uit een rechthoekig stuk netwerk waarvan het garen dezelfde diameter heeft als het garen van de kuil en waarvan de mazen tweemaal zo wijd zijn als die van de kuil. De sleeplap mag de bovenhelft van de kuil in enge zin geheel bedekken; hij mag alleen aan zijn vier zijden worden bevestigd en wel zó dat op de plaatsen van bevestiging elke zijde van zijn mazen samenvalt met twee zijden van de mazen van de kuil.
4.
Er mag slechts één sleeplap bovenzijde worden gebruikt.
5.
Bij gebruik van een sleeplap bovenzijde mag geen overkuil worden gebruikt, behalve voor sleepnetten met een maaswijdte van ten hoogste 60 millimeter
6.
In afwijking van lid 1 mag in het Skagerrak en het Kattegat geen sleeplap bovenzijde type A worden gebruikt.
7.
In het Skagerrak en het Kattegat mag een sleeplap bovenzijde worden gebruikt voor sleepnetten met een maaswijdte van meer dan 70 millimeter.