Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) Nr. 3440/84 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en soortgelijke netten
Bijlage Beschrijving van een aantal technische termen alsmede van voorzieningen en constructies die normaal een integrerend deel van een sleepnet uitmaken of erbij gebruikt kunnen worden
Geldend
Geldend vanaf 06-01-1985
- Bronpublicatie:
06-12-1984, PbEG 1984, L 318 (uitgifte: 07-12-1984, regelingnummer: 3440/84)
- Inwerkingtreding
06-01-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-1984, PbEG 1984, L 318 (uitgifte: 07-12-1984, regelingnummer: 3440/84)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Kuil
De kuil is het achterste deel van een sleepnet. Het is ofwel cilindervormig, d.w.z. overal dezelfde omtrek, ofwel loopt taps toe.
De kuil bestaat uit de kuil in enge zin en de tunnel.
- De kuil in enge zin
De kuil in enge zin bestaat uit één of meer panelen (netdelen) die dezelfde maaswijdte hebben en zijdelings in de richting van de lengteas van het sleepnet met elkaar zijn verbonden door een naad, waaraan eventueel ook een naadlijn bevestigd is.
- Tunnel
De tunnel is dat gedeelte van het net bestaande uit één of meer panelen dat zich direct vóór de kuil in enge zin bevindt.
- Verstevigingsnaad
Een verstevigingsnaad bestaat uit verscheidene rijen mazen die samengeregen zijn om de naad te verstevigen.
- Naadlijn
De naadlijn is een lijn die loopt in de richting van de lengteas van het net langs de samenvoegingsnaad tussen twee netdelen.
- Drijver
Een drijver is een drijvend deel gebruikt om het sleepnet opwaarts te stuwen of de positie van het sleepnet aan te geven of beide,
- Scheerbord
Scheerborden worden gebruikt om het sleepnet opwaarts te stuwen.
- Elektro-mechanische apparatuur
Apparatuur, zoals transducers, wordt gebruikt om de positie en de vorm van het sleepnet in het water te bepalen en om na te gaan hoeveel vis er in het net is.