Einde inhoudsopgave
Verordening (EEG) Nr. 3440/84 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en soortgelijke netten
Artikel 10 Verstevigingsstroppen
Geldend
Geldend vanaf 06-01-1985
- Bronpublicatie:
06-12-1984, PbEG 1984, L 318 (uitgifte: 07-12-1984, regelingnummer: 3440/84)
- Inwerkingtreding
06-01-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-1984, PbEG 1984, L 318 (uitgifte: 07-12-1984, regelingnummer: 3440/84)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een verstevigingsstrop is een strop die op regelmatige afstand rond de kuil of de overkuil is aangebracht en eraan bevestigd is.
2.
Voor verstevigingsstroppen geldt de volgende minimumlengte: 40 % van de omtrek van de kuil; voor de berekening van deze omtrek wordt het aantal mazen in de omtrek van de kuil vermenigvuldigd met de feitelijke maaswijdte. Dit geldt echter niet voor de achterste verstevigingsstrop, het ‘kleine stropje’ genoemd, indien deze strop is aangebracht op ten hoogste 2 meter van de mazen bij de pooklijn, gemeten met in de lengte gestrekte mazen.
3.
De afstand tussen twee opeenvolgende verstevigingsstroppen mag niet minder dan 1 meter bedragen.
4.
Er mag een verstevigingsstrop rond de overkuil worden aangebracht, maar niet rond een sleeplap bovenzijde of een sleeplap onderzijde.