NJB 2013/1496
Octrooi. Centrafarm vordert vernietiging van het Nederlandse deel van een Europees octrooi, stellende dat het niet nieuw en/of niet inventief is. Het octrooi heeft betrekking op een in antidepressiva gebruikte chemische stof. HR: 1. Inventiviteit. Een stof waarvan de samenstelling en mogelijke eigenschappen op zichzelf bekend zijn, kan desondanks octrooieerbaar zijn, als geen werkwijze bekend is om die stof te verkrijgen. 2. Bewijslastverdeling. Nu Centrafarm vernietiging van het octrooi vordert wegens het ontbreken van inventiviteit, rust de bewijslast van de stelling dat die inventiviteit ontbreekt, in beginsel op haar. 3. Nieuwe stof. Een stof is nieuw als zij voordien niet beschikbaar was. 4. Aanvulling cassatiemiddel. In cassatie moeten partijen alle (eind)beslissingen die zij onjuist dan wel niet naar behoren gemotiveerd achten, aanstonds bestrijden, eventueel slechts voorwaardelijk indien zij daarbij alleen belang hebben voor een bepaald geval. Een dergelijk geval kan onder meer zijn het slagen van een mogelijke klacht van de wederpartij
HR 07-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4115
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 juni 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion en G. Snijders
- Zaaknummer
12/00888
- LJN
BZ4115
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ4115, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ4115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑04‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑02‑2012
- Wetingang
(Europees Octrooiverdrag art. 54 lid 1, 56; Verordening 469/2009 art. 1, aanhef en onder b, 3, aanhef en onder c, 15 lid 1, aanhef en onder 1; Rijksoctrooiwet 1995 art. 4 lid 1, 6; Rv art. 150, 407 lid 2, 410 lid 1, 426a lid 2, 427 lid 2)
Essentie
Octrooi. Centrafarm vordert vernietiging van het Nederlandse deel van een Europees octrooi, stellende dat het niet nieuw en/of niet inventief is. Het octrooi heeft betrekking op een in antidepressiva gebruikte chemische stof. HR: 1. Inventiviteit. Een stof waarvan de samenstelling en mogelijke eigenschappen op zichzelf bekend zijn, kan desondanks octrooieerbaar zijn, als geen werkwijze bekend is om die stof te verkrijgen. 2. Bewijslastverdeling. Nu Centrafarm vernietiging van het octrooi vordert wegens het ontbreken van inventiviteit, rust de bewijslast van de stelling dat die inventiviteit ontbreekt, in beginsel op haar. 3. Nieuwe stof. Een stof is nieuw als zij voordien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.