NJB 2015/1489:Huur woning. Medehuur. Duurzame gemeenschappelijke huishouding. Een man en een vrouw wonen gedurende achttien jaar samen in een door de vrouw gehuurde woning. De vrouw gaat elders wonen. Vijf maanden nadien verzoekt zij de verhuurder het huurcontract op naam van de man te zetten. De verhuurder weigert. De man en de vrouw verzoeken de rechter te bepalen dat de man medehuurder zal zijn. HR: De rechter is ook na de beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding bevoegd een verzoek als het onderhavige toe te wijzen, mits het verzoek zo spoedig na die beëindiging is gedaan als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kan worden gevergd. Het oordeel van het hof dat het onderhavige verzoek niet aan die voorwaarde voldoet, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk gemotiveerd