De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht
Einde inhoudsopgave
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/3.7.1:3.7.1 De bron(nen) van het recht
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/3.7.1
3.7.1 De bron(nen) van het recht
Documentgegevens:
mr. A.J.P. Schild, datum 06-11-2012
- Datum
06-11-2012
- Auteur
mr. A.J.P. Schild
- JCDI
JCDI:ADS388870:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Dilthey parafraserend zou men kunnen zeggen dat regels voortkomen uit een collectief bewustzijn zoals dat tot uiting is gekomen in de tot het maken van regels bevoegde organen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het voorgaande is gebleken dat het recht is geworteld in het bewustzijn van de mens. Mensen zijn zowel zelfbewuste als omgevingsbewuste personen. Waar mensen gaan samenleven, ontstaan vanzelf gedachten over hoe men zich dient te gedragen ten opzichte van elkaar. Deze opvattingen trachten zij vervolgens vast te leggen in regels.1 Het recht is een product van ideeën, opvattingen en overtuigingen over de wijze waarop mensen zouden dienen samen te leven.
Door regels en principes in wettelijke voorschriften te verankeren wordt het individuele vermogen van mensen om het goede van het verkeerde te onderscheiden in het concrete geval niet overbodig. De open normen in het recht veronderstellen het vermogen van de mens om in bepaalde situaties de juiste keuze te kunnen maken. Uit de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheidsnorm wordt afgeleid dat men zelf kan inzien dat men geen kelderluik behoort open te laten staan in een donkere gang van een café. Zo specifiek kan een regel uiteraard niet in het wetboek worden opgenomen. De wetgever hanteert daarom open normen.
Het rechtsverkeer veronderstelt daarmee ook het bestaan van twee bronnen van het recht. De eerste bron betreffen de wetten en de jurisprudentie die samen het recht als een systeem vormen. De tweede bron betreft het normatief vermogen van alle individuele mensen. De beide bronnen leunen op elkaar. De wet komt voort uit ons normatief vermogen en leunt daar vervolgens weer op bij het invullen van open normen.
Het besef dat het recht door ons bewustzijn wordt voortgebracht achtte Dilthey van cruciaal belang in zijn idee over de grondslag van de rechtswetenschap. Het recht kan niet vruchtbaar worden bestudeerd als enkel een verzameling van regels. Het recht behoort niet tot het domein van de levenloze objecten, die de natuurwetenschappen plegen te bestuderen, maar tot de ideeënwereld van de mens. Regels zijn gestolde ideeën. De twee bronnen van het recht vormen samen een levend – want ideeën kunnen veranderen – rechtssysteem.