Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de status van vluchtelingen
Artikel 19 Vrije beroepen
Geldend
Geldend vanaf 22-04-1954
- Bronpublicatie:
28-07-1951, Trb. 1954, 88 (uitgifte: 12-07-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-04-1954
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-07-1951, Trb. 1954, 88 (uitgifte: 12-07-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
1.
Elke Verdragsluitende Staat zal de rechtmatig op zijn grondgebied verblijvende vluchtelingen die houders zijn van diploma's welke door de bevoegde autoriteiten van die Staat worden erkend, en die een vrij beroep wensen uit te oefenen, zo gunstig mogelijk behandelen en in elk geval niet minder gunstig dan vreemdelingen in het algemeen onder dezelfde omstandigheden.
2.
De Verdragsluitende Staten zullen al het mogelijke doen, overeenkomstig hun wetten en grondwetten, om de vestiging van zodanige vluchtelingen in gebieden buiten het moederland, voor welker internationale betrekkingen zij verantwoordelijk zijn, te verzekeren.