Verdrag ter vaststelling van enige eenvormige regelen betreffende het cognossement
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 23-06-1977
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 23-02-1968, Trb 1979, 26.
- Bronpublicatie:
23-03-1968, Trb. 1979, 26 (uitgifte: 20-02-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-06-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1979, Trb. 1979, 26 (uitgifte: 20-02-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
De bepalingen van dit Verdrag zijn van toepassing op elk cognossement dat betrekking heeft op vervoer van goederen tussen havens in twee verschillende Staten, indien:
- a)
het cognossement is uitgegeven in een Verdragsluitende Staat,
of
- b)
het vervoer plaatsvindt vanuit een haven in een Verdragsluitende Staat,
of
- c)
de overeenkomst, die in het cognossement is vervat of daaruit blijkt, bepaalt, dat op die overeenkomst toepasselijk zijn de bepalingen van dit Verdrag of van een wet van een Staat waarbij aan die bepalingen rechtskracht is verleend,
ongeacht de nationaliteit van het schip, de vervoerder, de afzender, de geadresseerde of van iedere andere betrokken persoon.
Iedere Verdragsluitende Staat moet de bepalingen van dit Verdrag toepassen op cognossementen als hiervoor genoemd.
Dit artikel maakt geen inbreuk op het recht van een Verdragsluitende Staat om de bepalingen van dit Verdrag toe te passen op cognossementen, niet bedoeld in de voorgaande leden.