RvdW 2016/699
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Beantwoording vragen ondanks schikking partijen? Proceskostenveroordeling na intrekking kort geding in eerste aanleg?; art. 125-127 Rv en 249-250 Rv van (overeenkomstige) toepassing?; regels geënt op wettelijke regeling van bodemprocedure. Toepasselijkheid art. 1019h Rv? Verschuldigdheid griffierecht? Art. 9 Procesreglement onverbindend?; rechterlijk overgangsrecht.
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1087
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/03154
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1087, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:75, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Beantwoording vragen ondanks schikking partijen? Proceskostenveroordeling na intrekking kort geding in eerste aanleg?; art. 125-127 Rv en 249-250 Rv van (overeenkomstige) toepassing?; regels geënt op wettelijke regeling van bodemprocedure. Toepasselijkheid art. 1019h Rv? Verschuldigdheid griffierecht? Art. 9 Procesreglement onverbindend?; rechterlijk overgangsrecht.
Hoewel partijen inmiddels een minnelijke regeling van hun geschil hebben getroffen, is het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling ermee gediend dat de gestelde vragen (ten dele) worden beantwoord (art. 393 lid 9 Rv).
Art. 125-127 Rv en 249-250 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.