Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/892
Cassatie in het belang der wet. Benadeelde partij. Rechtstreekse schade.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1522
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/02474
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1522, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:626, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑05‑2016
- Wetingang
Art. 51f sv
Essentie
De opvatting dat aan het vereiste dat een betrokken benadeelde ‘rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit’ als bedoeld in art. 51f lid 1 Sv uitsluitend is voldaan in die gevallen waarin deze benadeelde is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling rechtstreeks wordt beschermd, is in haar algemeenheid onjuist. Zij miskent dat de concrete omstandigheden van het geval bepalend zijn voor de beantwoording van de vraag of voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de door de benadeelde geleden schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde door dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.