TRA 2022/55
Nogmaals: de tijdelijkheid van uitzendwerk.
HvJ EU (A-G) 17-03-2022, ECLI:EU:C:2022:196, m.nt. prof. mr. A.P. van der Mei (Daimler)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
- Datum
17 maart 2022
- Zaaknummer
C-232/20
- Noot
prof. mr. A.P. van der Mei
- Roepnaam
Daimler
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS648557:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:196, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
Nogmaals: de tijdelijkheid van uitzendwerk.
Uitspraak
Achtergrond
In het arrest in de zaak C-232/10 NP t. Daimler AG specificeert het Hof van Justitie de in zaak C-681/18 JH t. KG (zie Voogsgeerd (TRA 2021/9) en Gundt (2021/29)) getrokken conclusies aangaande Richtlijn 2008/104/EG betreffende uitzendarbeid (PB 2008, L 327). Artikel 5, lid 5, eerste volzin Richtlijn 2008/104/EG bepaalt dat de lidstaten passende maatregelen dienen te nemen om misbruik te voorkomen, met name waar het achtereenvolgende uitzendopdrachten betreft. In JH t. KG oordeelde het Hof dat deze bepaling niet voorschrijft welke specifieke maatregelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.