TRA 2021/9
Welke eisen moeten worden gesteld aan voorkomen van misbruik in art. 5, lid 5 van de uitzendrichtlijn?
HvJ EU 14-10-2020, ECLI:EU:C:2020:823, m.nt. mr. dr. H.H. Voogsgeerd (KG (Missions successives dans le cadre du travail intérimaire))
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 oktober 2020
- Zaaknummer
C-681/18
- Noot
mr. dr. H.H. Voogsgeerd
- Roepnaam
KG (Missions successives dans le cadre du travail intérimaire)
- JCDI
JCDI:ADS244799:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2020:823, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑10‑2020
ECLI:EU:C:2020:300, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Welke eisen moeten worden gesteld aan voorkomen van misbruik in art. 5, lid 5 van de uitzendrichtlijn?
Uitspraak
Feiten
JH is een door een uitzendbureau aangeworven arbeidskracht, die als werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd werkzaam is voor de inlenende onderneming KG. Hiertoe heeft hij in de periode 3 maart 2014 en 30 november 2016 in totaal acht opeenvolgende uitzendovereenkomsten en zeventien verlengingen daarvan gehad. JH is van mening dat hij het slachtoffer is geworden van misbruik en oneigenlijk gebruik van achtereenvolgende en ononderbroken opdrachten voor KG. Hij stelt dan ook in februari 2017 voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.