Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag)
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 07-10-1977
- Bronpublicatie:
05-10-1973, Trb. 1976, 101 (uitgifte: 08-07-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-1977, Trb. 1977, 144 (uitgifte: 10-10-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In het kader van haar officiële werkzaamheden, geniet de Organisatie immuniteit van rechtsmacht en van executie behoudens:
- a)
voor zover de Organisatie in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze immuniteit;
- b)
met betrekking tot een door derden ingediende civiele rechtsvordering ter zake van schade, die voortvloeit uit een ongeval dat is veroorzaakt door een aan de Organisatie toebehorend of namens haar gebruikt motorvoertuig, of met betrekking tot een verkeersovertreding waarbij een zodanig voertuig is betrokken;
- c)
met betrekking tot de tenuitvoerlegging van een ingevolge artikel 23 gedane scheidsrechterlijke uitspraak.
2.
Eigendommen en activa van de Organisatie, ongeacht waar deze zich bevinden, zijn vrij van vordering, inbeslagneming, onteigening en beslaglegging.
3.
Eigendommen en activa van de Organisatie zijn eveneens vrij van elke vorm van administratieve of voorlopige gerechtelijke dwang, behalve voor zover deze tijdelijk geboden zou zijn in verband met het voorkomen van ongevallen waarbij motorvoertuigen zijn betrokken, die toebehoren aan de Organisatie of namens deze worden gebruikt, en het instellen van een onderzoek naar de toedracht van die ongevallen.
4.
In de zin van dit Protocol wordt onder officiële werkzaamheden van de Organisatie die werkzaamheden verstaan welke strikt noodzakelijk zijn voor de administratieve en technische uitvoering van haar taken zoals die zijn vastgesteld in het Verdrag.