RvdW 2016/230
BOPZ. Voorlopige machtiging. Persoonlijk onderzoek van betrokkene door niet-behandelend psychiater; art. 5 lid 1 Wet Bopz. HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:187, NJ 2015/333.
HR 29-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:161
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 januari 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/05155
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:161, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2015
Essentie
BOPZ. Voorlopige machtiging. Persoonlijk onderzoek van betrokkene door niet-behandelend psychiater; art. 5 lid 1 Wet Bopz. HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:187, NJ 2015/333.
Partij(en)
[betrokkene], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. G.E.M. Later,
tegen
de Officier van Justitie in het arrondissement Limburg, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. De feiten en het procesverloop
1.1
Op 23 juli 2015 heeft de officier van justitie in het arrondissement Limburg aan de rechtbank aldaar verzocht een voorlopige machtiging te verlenen om het verblijf van verzoekster tot cassatie (hierna: betrokkene) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.