V-N 2021/26.6
Schenkbelasting geen onderdeel van verkrijgingsprijs aanmerkelijk belang
HR 11-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:883, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2021
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Van Loon, Faase, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/04234
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS271604:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:883, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:428, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑04‑2020
- Wetingang
art. 4.17c, 4.21, 4.22 en 4.39 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de schenkbelasting geen kostenpost is die in onmiddellijk verband staat met het verkrijgen van de aandelen. De verschuldigdheid van schenkbelasting vloeit namelijk voort uit vrijgevigheid en staat los van de wijze waarop die bevoordeling vorm krijgt.
Samenvatting
Vader schenkt aandelen in een holding aan zijn zoon, ter zake waarvan de zoon € 361.907 schenkbelasting voldoet. De verkrijgingsprijs van vader (€ 4400) is doorgeschoven. In geschil is of de schenkbelasting – na een juridische fusie met een andere holding – tot de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang van de zoon behoort. Volgens Rechtbank Gelderland maakt de schenkbelasting geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.